
Even heeft de winter een opleving. De wind komt uit het noordoosten en zorgt voor ijselijke (gevoels-)temperaturen. Maar in die stralend blauwe lucht en de zon die uitbundig op krokussen en vroege narcissen schijnt, zegt je gevoel ‘voorjaar!’
Het Bos Ontwaakt. Zo heet de Frisse-Blik-Wandeling door het Haagse Bos die voor 15 februari gepland staat. We gaan op zoek naar de eerste tekens van de lente. En die zijn er genoeg. Vogels zijn druk in de weer hun territorium af te bakenen en een partner te zoeken. Regelmatig klinkt door het kale hout de opzwepende roffel van de grote bonte specht.
Zangvogeltjes in hun mooiste verentooi hebben hun voorjaarsrepertoire weer ingezet. Vooral mezen laten zich niet onbetuigd, met oneindige variatie laten ze hun tweetonige zang horen, soms zo wellustig dat je er bijna kusgeluidjes in kunt horen.
In de kale bosgrond duiken sneeuwklokjes en winterakonieten op, het gevlekte blad van de aronskelk breekt door het bruine gebladerte heen. Aan de takken van de hazelaar bungelen tere katjes, ze lijken te zweven in het heldere licht. Boomknoppen staan op springen, je voelt als het ware de kracht van de sapstromen in de stam. Bot uit! Barst open!
Op deze wandeling zal Shakespeare ons vergezellen. Bij verschillende planten en bomen zal ik een citaat voorlezen uit Botanical Shakespeare, het prachtig geïllustreerde boek waarover ik mijn blog ‘Bloemlezing’ al heb geschreven. In Shakespeares poëtische teksten vinden we veel verwijzingen naar bloemen en bomen.
Daffodils
That come before the swallow dares, and take
The winds of March with beauty.(uit: The Winter’s Tale)
De bosgrond is niet alleen bedekt met afgevallen blad van vorig jaar, er liggen ook veel omgewaaide en omgezaagde bomen. De storm die een maand geleden over Europa raasde, heeft ook in het Haagse Bos slachtoffers gemaakt. Tussen al die juichende voorjaarsuitingen liggen de wreed afgebroken of ontwortelde woudreuzen.
Het meest indrukwekkende stormslachtoffer in het Haagse Bos is de enorme solitaire wilg, die vlakbij het romantische boogbruggetje over de vijvers stond. Bij eerdere stormen had de boom ook al takken laten vallen, soms met een doorsnede van een halve meter, maar nu is hij ontworteld en ligt hij in de modder, in stukken gezaagd, de takken opgehoopt tot een slordige brandstapel, de monumentale stam diagonaal over het pad.
Bij Shakespeare is de wilg, de Willow, het symbool van (liefdes-)verdriet. Als je je verloren liefde betreurde, droeg je een krans van wilgentakken op je hoofd. Ook de Sycamore (de esdoorn) wordt door Shakespeare wel als de boom van het liefdesverdriet gezien, vooral door de naam syc-amore = ziek van liefde. In ‘Othello’ zingt Desdemona, Othello’s geliefde die hij onterecht van overspel beschuldigt, deze ontroerende treurzang:
The poor soul sat sighing by a sycamore tree.
Sing all a green willow;
Her hand on her bosom, her head on her knee,
Sing willow, willow, willow.
The fresh streams ran by her, and murmur’d her moans;
Sing willow, willow, willow.
Her salt tears fell from her and soften’d the stones
Sing willow, willow, willow.
Sing all a green willow must be my garland.
Shakespeare gebruikte een bestaand lied; de Willow-song van John Dowland. Een populair lied in Shakespeares tijd om de ‘Elizabethan melancholy’ te bezingen. Hij paste de tekst aan aan het vrouwelijke perspectief van Desdemona. De originele versie van deze zestiende-eeuwse Blues wordt prachtig uitgevoerd door de Vlaamse zangeres Soetkin Baptist. Op 15 februari zullen we er opnieuw naar luisteren bij de gevelde wilg. Sing willow, willow, willow.
2 Comments
prachtig Hans. In gedachten wandel en luister ik mee donderdag.
Dankjewel, Vera.