Vliegende schotel

In het Kunstmuseum Den Haag kwam ik de Spatiovore tegen, een sculptuur uit 1960 van de Cobra-kunstenaar Constant (1920-2005). Het kunstwerk bestaat uit een plexiglazen oestervormige kom, die een maquette van een (gedroomde) architectonische ruimte omhult. Het geheel lijkt te zweven boven een woest en ledig landschap van zwarte, golvende heuvels. Ik zag er een vliegende schotel in.

Ik was in het museum op zoek naar werk van Panamarenko (1940-2019), de kunstenaar die allerlei vliegende tuigen ontwierp waarmee de mens de ruimte kon doorklieven. Van Panamarenko kwam ik niets tegen, maar dit ‘ruimteschip’ van Constant trof me door de overeenkomst die ik erin zag met Panamarenko’s beelden. Beide kunstenaars geven vorm aan de utopie dat de mens in vrijheid kan bewegen en kiezen voor een zwevende bol.

Spatiovore, Constant , 1960

In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw werkte Constant aan zijn project New Babylon. Hij ontwierp maquettes voor de ideale stad, een plek waarin arbeid geautomatiseerd is en de mens vrij kan spelen. Het zijn fantastische werelden die Constant schiep, met coulissen, terrassen, trappen en verhogingen, beschutte hoekjes, raadselachtige balustrades en speels kronkelende tunnelbuizen. Als miniatuurmensje val je daar van de ene verbazing in de andere door het voortdurend wisselende perspectief.

Met de Spatiovore laat Constant die utopische stad ook nog eens vrij zweven door de ruimte. Ook Panamarenko, twintig jaar jonger dan Constant, laat de mens vrij zweven door de ruimte. Zo bedacht hij in 1997 Ferro Lusto, een enorm ruimteschip van achthonderd meter lang en geschikt voor vierduizend personen. Hier gaat het er alleen wat minder vredig aan toe, want volgens Panamarenko zullen de passagiers zich tijdens de reis naar de sterren zo vervelen dat ze voortdurend aan het kibbelen zijn.

Ferro Lusto, Panamarenko, 1997

Als onderdeel van de Ferro Lusto ontwierp Panamarenko de vliegende schotels Bing of the Ferro Lusto (1997) en Bing II (2002). Deze schotels, die hij construeerde op ware grootte, fungeren als transportmiddel tussen het moederschip Ferro Lusto en de planeten. De vliegende schotels hebben de klassieke vorm die we in alle strip- en sciencefiction-verhalen tegenkomen; een bol met een schijf eromheen. Een beetje zoals de ‘oester’ Spatiovore van Constant.

Bing of the Ferro Lusto, 1997 (l.) en Bing II, 2002 (r.) Panamarenko
Snoepgoed: Vliegende Schotels of Zure Ouwels

Als kind was Panamarenko al dol op het snoepgoed ‘vliegende schotels’. Een snoepje bestaand uit een dubbele ouwel in roze, geel of blauw, met in de bolling een zuurzoet poeder. Hij kocht ze bij de lokale kruidenier en terwijl hij de vliegende schotel op zijn tong liet smelten, fantaseerde hij over een grote versie van dit voertuig, die hij zelf zou bouwen en waarmee hij naar de maan kon vliegen.

Constant en Panamarenko gebruiken allebei de vliegende schotel als een inspirerende vorm om de vrijheid van de mens uit te drukken. Zij laten ons door de ruimte vliegen in die mooie, dynamische bol met een schijf eromheen. Een utopie, een droom, een schotel waar we graag op meeliften.

Op 16 december gaat mijn lezing Los! Kunst en vliegwerk van Panamarenko in première. Zie Agenda.

No comment yet, add your voice below!


Add a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *