Van hand tot hand

Nog één keer houd ik mijn lezing over de indringende beelden van Ossip Zadkine. Op zondag 24 maart breng ik ‘Inside Ossip’ in De Beeldhouwwerkplaats, het mooie atelier van beeldhouwer Frank Durand in Park Oosterbeek. Nog één keer kijken we naar Zadkines vormen die met kracht uit de duisternis naar voren treden. We laten ons het beeld binnen leiden door de handen die Zadkine zo prominent aan zijn beelden meegaf. En we kijken naar de klankgaten in de beelden en vragen ons af welk geluid daar klinkt.

De dichteres, Ossip Zadkine, 1954

Na deze lezing ga ik me volledig wijden aan de lezing ‘Rembrandts Handen’. Ook bij deze kunstenaar zijn het de handen die het mij mogelijk maken me te verbinden met de kunst. Bij Rembrandt ‘spreken de figuren met hun handen’. Met hun handgebaren drukken ze allerlei gevoelens uit die het afgebeelde een emotionele lading geven. De gebaren roepen een gevoel op dat zelden eenduidig is, maar wel heel herkenbaar. Door in te zoomen op die taal van de handen, komt de emotie van het afgebeelde heel dichtbij.

Neem bijvoorbeeld het moment dat Adam en Eva de appel hebben geplukt in het Paradijs. Op de ets van Rembrandt uit 1638 zie je twee ‘gewone’ mensen – met niet-geïdealiseerde lichamen – die de appel vasthouden, terwijl er allerlei tegenstrijdige gevoelens door hen heen gaan: angst, ontzag, spanning en bewondering. De twee beseffen dat dit een groot moment is met grote consequenties. Met hun handen maken ze die fascinerende mix van gevoelens zichtbaar en via de handen kan ik het moment navoelen.

Adam en Eva (detail), Rembrandt van Rijn, 1638

Handen vertellen bij Rembrandt het verhaal, of nee, ze verdiepen het verhaal dat hij afbeeldt. Je kunt het schilderij of de ets zien als een scène uit een toneelstuk en wat er in die scène wordt gezegd lees je af aan de handen. Het verhaal van Danaë wordt door Rembrandt op een schitterende manier ‘geactualiseerd’ (als je de gevoelsmatige verdieping die Rembrandt toevoegt met zijn handen zo zou willen noemen). Danaë, de dochter van koning van Argos, is door haar vader opgesloten in een bronzen toren. Hij wil voorkomen dat ze zwanger wordt, want hij heeft een voorspelling gekregen dat haar zoon hem zal vermoorden.

Zeus, de oppergod, laat zich door deze voorzorgsmaatregel niet tegenhouden, en benadert Danaë in de gedaante van gouden licht om haar te beminnen. Het gouden licht als minnaar; Rembrandtesker kan je het niet maken. Danaë, de vrouw die nooit liefde heeft gekend – Rembrandt schildert een geboeide en huilende Cupido boven naar hoofd – strekt haar hand uit naar haar minnaar met een weergaloos mooi gebaar. Een meerduidig gebaar, zoals altijd bij Rembrandt; ze reikt naar haar minnaar met verlangen, met een lichte aarzeling, met verwondering, ze streelt hem terwijl hij (het licht) haar streelt.

Danaë, Rembrandt van Rijn, 1636-1643

Rembrandt en Zadkine, twee kunstenaars die contact maken via de handen. Zadkine gaf zijn beelden in het oog springende handen, handen die met een krachtig gebaar uit het, vaak abstracte, beeld knallen en zeggen: ‘Ik ben menselijk, dit gaat over jóu!’ Rembrandts handen brengen met hun gelaagde beeldspraak de gevoelens van de figuren heel dicht bij ons, de handgebaren overbruggen de vier eeuwen die tussen ons en het schilderij liggen.

Voor iemand zoals ik, die graag met zijn handen spreekt, is het thema ‘taal van de handen’ een aantrekkelijk thema. Mijn eerstvolgende lezingen gaan dan ook van hand tot hand. Van Zadkine tot Rembrandt.

Lezing ‘Inside Ossip’, 24 maart
Lezing ‘Rembrandts Handen’, 12 april en 12 mei.

Informatie en reserveren: zie Agenda.

No comment yet, add your voice below!


Add a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *