Uitstapje

Vorige week maakte ik een uitstapje uit mijn Arp-Rausch en bezocht ik in Zwolle de tentoonstelling van Neo Rauch. Met ruim zestig schilderijen werd in museum De Fundatie een overzicht getoond van het werk van deze kunstenaar, de bekendste vertegenwoordiger van wat de Neue Leipziger Schule wordt genoemd.

Fell, Neo Rauch, 2000

Ik had de schilder met de wonderlijke naam al leren kennen toen ik in 2009 in Leipzig het Museum der bildenden Künste bezocht. Zijn schilderij ‘Fell’ maakte toen diepe indruk op me. Ik zag een modern gecomponeerd schilderij waarin een oer-Duitse beeldtaal opnieuw werd ingezet. Een man (een reus?) met een zestiende-eeuws page kapsel, gekleed in een pelsvest en met punklaarzen aan, staat voor een hakblok en legt zijn vinger op een biefstukachtige vorm die ook een pels is. Een grote bijl leunt tegen het hakblok van berkenstammen. Op de achtergrond zijn twee identiek geklede mannen in de weer met bijlen en boomstammen. Of houdt er een een (houten) mannetje op zijn kop vast?

In De Fundatie werden schilderijen getoond van Neo Rauch van 1993 tot 2017. Vanaf schilderij één voelde ik mij emotioneel aangesproken door de wonderlijke droombeelden van Rauch. Zijn vroege werken laten ouderwets geklede (vijftiger jaren) mensen zien in landschappen die een ideale, maar lege wereld weergeven.

Das Gefecht, 1997

Ontroerend vond ik het schilderij ‘Das Gefecht’ uit 1997. In een petrol-kleurige omgeving rijzen twee troosteloze DDR-flats op. Aan de gebouwen lijken grote, elkaar kruisende balken te hangen die associaties oproepen met windmolens. Er zijn geen mensen te zien, maar onder de windmolens rijdt een stoet uniforme speelgoedautootjes. Door het middendeel van het schilderij lijken een paar ‘scheuren’ te lopen, het wekt hier de indruk van een collage, maar het is geschilderd als een geheel.

Das Horn, 2014

Gaandeweg de tentoonstelling nemen de formaten van de schilderijen toe en worden ze steeds meer bevolkt door mensen in historische kostuums. Veel kleding lijkt naar de romantiek te verwijzen, maar ik kwam ook de pelskleding weer tegen. In ‘Das Horn’ uit 2014 zie je een Asterix-en-Obelix-achtig dorpje waar (de meeste) mannen en vrouwen broeken en vesten van pels dragen. Het opvallendst zijn de hoofddeksels; op ieders hoofd staat een muts met twee vleugels die doen denken aan ezelsoren. Het zou een grappig schilderij zijn als er niet zo’n ernstige, bijna dreigende stemming van uitgaat.

Neo Rauch werkt aan ‘Der Lehrling’

In een filmzaal is te zien hoe Rauch – in stilte – werkt aan een van zijn schilderijen. Gekleed in een bruinzwart tenue staat hij voor een levensgroot doek waar de bruinzwarte kleur ook overheerst. Hij gaat als het ware op in zijn eigen werk. Het schilderij waar hij hier aan werkt is te zien op de tentoonstelling. Het heet ‘Der Lehrling’ en we zien hoe mensen in bruinzwarte kleding emmers aandragen waar een lichtgevende damp uit opstijgt. Drie figuren (duivels?) in felblauwe kostuums en met roze pompons aan hun handen en voeten, gaan met bezems de uitgegoten of gemorste lichtgevende substantie te lijf.

Der Lehrling, 2015

Misschien wel het allermooiste schilderij vond ik het enorme doek ‘Der böse Kranke’ uit 2012, een doek van vijf bij drie meter. Onder een adembenemend mooie avondlucht speelt zich een wonderlijk tafereel af. Voor een stalachtige constructie ligt op een bed met witte lakens een miniatuurmannetje. Hij wordt omgeven door knollen en wortels. Is het een alruinmannetje? Rondom het bed knielen en staan vier mannen en een vrouw met ruwe stokken; Jozef, Maria en de herders? De knielende man lijkt een vuurtje aan te steken in de stapel houtblokken waar het bed op rust. Een schilderij als een droom, geestig en tegelijk verontrustend, in prachtige kleuren geschilderd, vol herkenbare elementen die toch voor velerlei uitleg vatbaar zijn.

Der böse Kranke, 2012

Net als Arp gebruikt Rauch de zeggingskracht van dromen in zijn werk. Een beroemde uitspraak van Arp is: ‘Das Bilden des Künstlers sollte Träumen genennt werden, statt Arbeiten.’ (‘Het maken van beelden door een kunstenaar zou dromen moeten worden genoemd, in plaats van werken’). Rauch zegt: ‘Ich arbeite an die Wiederverzauberung der Welt.’ (‘Ik werk aan het opnieuw betoveren van de wereld’). Wat mij betreft slaagt hij daar volledig in.

Afbeelding boven dit artikel: ‘Abstieg’, Neo Rauch, 2009

 

 

 

 

2 Comments


Add a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *