Tingel Bam Bam

Achter me klinkt het schelle gekwetter van grasparkieten door de openstaande deur van dierenwinkel Het Papegaaien Paleis. Eén deur verder is een schilder met een zeurende schuurmachine in de weer. Ik sta tegenover de toren van de Grote Kerk in Den Haag. Harde wind rukt aan de takken van de bomen op het kerkplein. Mensen lopen over het trottoir, hun mobiel in de hand of aan het oor. Voor me langs trekt een onafgebroken stroom auto’s; ronkende dieselauto’s, een vuilniswagen, rammelende vrachtauto’s. Het verkeer remt af en trekt op bij het stoplicht aan de voet van de toren.

Piepend en kermend draait een tram het plein op. Hij rijdt langs werklui die met een pneumatische boor het plaveisel te lijf gaan. Aan de andere kant van de toren schept een graafmachine ladingen keien op en laat ze met donderend geraas in de laadbak van een vrachtauto vallen. ‘Wieuw-wieuw-wieuw!’, gilt het alarm van een scooter. Ziehier het geluidsdecor van het concert voor carillon en slagwerk dat vandaag, 7 juni, drie keer ten gehore wordt gebracht op het plein bij de Grote Kerk.

Het concert is een initiatief van beeldhouwer Auke de Vries. In het kader van zijn expositie ‘Tussenlanding’ in Museum Beelden aan Zee liet hij voor de ruimte rondom de Grote Kerk een geluidskunstwerk ontwerpen. Componist Brendan Faegre schreef een stuk voor carillon en slagwerk, getiteld ‘De stad en de Zee: Carillon en Drums’. In dit muziekstuk gaan de klokken uit de toren een dialoog aan met de trommels en buisklokken (klokkenspel van hangende buizen die met een hamer worden bespeeld) van Slagwerk Den Haag.

Vier slagwerkers staan opgesteld; twee hoog op balkons van gebouwen aan weerszijden van de toren, één op een straathoek achter de toren en één op de onderste torentrans. Beiaardier Gijsbert Kok zet in. Hij speelt steeds enkele tonen, in een oplopende reeks. Het klinkt bijna als het stemmen van de klokken. Na elke toon antwoordt een slagwerker met een roffel in hetzelfde ritme als het carillon. Zo ontstaan er ‘lijnen’ tussen de torenspits en de locaties van de slagwerkers. Het stuk werkt toe naar het moment dat de buisklokken gaan klinken. Met een wat schellere klank herhalen die de melodie van de torenklokken en dan klimmen ze samen op, in spannende halve tonen.

Het wonderlijke is dat het straatrumoer, dat op deze plek fors is, niet storend meer is. Omgevingsgeluid en muziek vloeien als het ware in elkaar over. Het rommelen van de steenlawines in de laadbak van de vrachtwagen zou je bijna kunnen horen als een antwoord op de torenklokken. En omgekeerd: de roffels van de trommelaars lijken wel het werk van een timmerman die ritmisch een spijker in een balk slaat.

Tribute to Hugo Junkers (pioneer of Aviation) . Auke de Vries, 2016

Auke de Vries houdt van de stad, omdat, zoals hij zegt, in de stad alles door mensen gemaakt is en er steeds nieuwe dingen ontstaan. Zijn sculpturen gaan een relatie aan met de stedelijke omgeving. Ze trekken lijnen in de ruimte, vullen de ruimte aan. Door zijn werk wordt je oog – en je gevoel – in onverwachte richtingen geleid. Auke de Vries’ sculpturen tillen je ‘uit je gewone waarneming’ en laten je zweven om en door de sculptuur heen.

Het concert ‘De stad en de Zee’ werkt eigenlijk ook zo. Mijn ergernis over het stadslawaai verdwijnt. Verstokt stilteliefhebber als ik ben, kan ik toch opeens de omgevingsgeluiden anders horen. Ze zijn niet meer opdringerig en storend, maar klinken meer als muziek. Het alledaagse, luidruchtige stadsrumoer wordt onderdeel van de compositie. En andersom. Dank Auke. Dank Brendan.

2 Comments

  1. Gisteren was er weer zo’n “concert”. Gedurend de tijd als de carillion speelde rijdt een tram langs met haar krakende, schrapende geluiden en de typische ting-a-ling. Tergelijkertijd werkt een man met een stamper en in de achtergrond scheurt een politieauto met sirene voorbij.
    Ik ben blij voor zo’n minuutje gestopt te hebben.

    • Dankjewel, Hugo. Het klinkt als de symfonie van een grote stad.


Add a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *