
De expositie Henry Moore, Vorm en Materiaal in Museum Beelden aan Zee begint bij de basis. In een grote vitrine aan het begin van de zaal liggen talloze stenen, schelpen, stukken hout en botten die Henry Moore verzamelde tijdens zijn wandelingen. Deze natuurlijke materialen inspireerden hem tot zijn sculpturen.
Er staat bijvoorbeeld een kartonnen doos met kiezelstenen in allerlei vormen. Henry Moore ging ‘…met die steentjes zitten en dan begint er iets. Op een gegeven moment kristalliseert het idee en dan weet je wat je moet doen, wat je moet veranderen’, aldus de beeldhouwer in de toelichting van het museumgidsje.

Deze manier van werken wordt geïllustreerd aan de hand van een grillig gevormd stuk vuursteen. Moore heeft dit kruisvormige stuk steen rechtop gezet in een klompje plasticine. Je ziet er een figuur in met uitgestrekte armen. Deze vorm werkte Moore uit in een aantal stappen en uiteindelijk zit daar een prachtige bronzen menselijke figuur met uitgestrekte armen.
Een mooiere introductie op het werk van Henry Moore is haast niet denkbaar. De stapsgewijze ontwikkeling van kiezelsteen naar sculptuur maakt je geest rijp om zijn werk te ervaren. Je voelt bij zijn vloeiende sculpturen in brons, steen en zelfs in kunststof de natuurlijke ‘lichamen’ van de sticks and stones die hem inspireerden. Je voelt de verbinding met deze oervormen.

Henry Moore had ook een grote voorliefde voor botten. In de vitrine van Museum Beelden aan Zee staat een imposante olifantenschedel en liggen verscheidene koeienbotten. Een koeiendijbeen is rechtop geplaatst, wat maakt dat je er al als een sculptuur naar kijkt. Het bot straalt een grote kracht uit. ‘Botten hebben een geweldige structurele kracht en harde strakheid van vorm, subtiele overgangen van de ene vorm in de andere en een grote variatie qua doorsnede.’
De combinatie van kracht met de vloeiende overgangen van bol naar hol die botten hebben, maakt ze zo inspirerend. De bolle bovenkant van het koeiendijbeen ‘vraagt om’ een complementaire holte in je gedachten. Hetzelfde, maar dan omgekeerd, gebeurt bij het fragment van een koeienscheenbeen, dat even verderop in de vitrine ligt. De twee schotelvormige holten van de bovenzijde van het bot (deel van het kniegewricht) zijn prachtig in hun vloeiende vanzelfsprekendheid en roepen de complementaire bolle vormen in herinnering die erin scharnierden.

Door deze ervaring van de anatomische vormenrijkdom van de gewrichten van een koe kijk je anders naar Moore’s sculpturen. De bolle vormen van het enorme Three Way Piece No. 1: Points geven het gevoel dat deze bollen omhuld (moeten) worden door holle vormen. Je voelt als het ware in je lijf het ‘antwoord’ op de bollingen van dit kunstwerk; het gevoel van een ronde kom waarmee je je verbindt met deze bolle uitstulpingen.
Iets soortgelijks, maar dan met meer beweging, gebeurde mij bij het bronzen beeld ‘Working Model for Divided Oval: Butterfly’. Dit beeld van Moore is een werkmodel voor een veel groter beeld in Berlijn, maar wat ik zag was een uitgewerkte versie van de holle vormen in het ‘kniegewricht’ van het koeienscheenbeen in de vitrine. De twee schotels van het bot vormen de divided oval die in deze bronzen sculptuur twee vleugels lijken; sierlijke, wuivende vleugels als van een vlinder.

De sticks and stones, maar zeker ook de bones van Henry Moore zorgen voor sculpturen die op een natuurlijke manier een verbinding aangaan met de toeschouwer en met de ruimte.
Mijn lezing Henry Moore – Verbinding is vanaf medio mei te zien op verschillende locaties, waaronder de Grote Zaal van Museum Beelden aan Zee. Informatie en reserveren: zie Agenda
2 Comments
Wat mooi Hans zoals je de verbinding laat zien bij de
sculpturen! Dank voor je blog.
Dankjewel Benna.