Schaakspeare

In mijn vorige blog ‘Wieg’, geschreven naar aanleiding van mijn bezoek aan de voorstelling ‘Richard III’ door het Shakespearetheater in Diever, stelde ik dat Shakespeare aan de wieg heeft gestaan van het hedendaagse Engels. Na de voorstelling las ik het stuk in de originele versie. De poëtische rijkdom van de taal is betoverend, ook al wordt Richard afgeschilderd als een gewetenloze machtswellusteling,

Maar wat me vooral opviel, is de sterk competitieve inslag die veel dialogen hebben. Als in een tennismatch of een schaakspel overtroeven de twee sprekers elkaar met argumenten en poëtische oneliners. Vaak parafraseren ze de eerdere uitspraak van de ander en ‘verbuigen’ die uitspraak in hun voordeel.

Bijvoorbeeld in de heftige confrontatie tussen Lady Anne, die het lichaam van haar door Richard vermoorde schoonvader beweent, en Richard, die probeert Anne als echtgenote voor zich te winnen.

Anne: “Villain, thou know’st no law of God nor man:
No beast so fierce but knows some touch of pity”.
Richard: “But I know none, and therefore am no beast.”
Anne: “O! wonderful when devils tell the truth.”
Richard: “More wonderful when angels are so angry.”
(Anne: “Schurk, je kent geen wet van God noch mensen.
Geen beest zo woest of het kent wel een sprankje medeleven.”
Richard: “Maar ik ken geen van beide, dus ik ben geen beest.”
Anne: “O! prachtig als duivels de waarheid spreken.”
Richard: “Mooier nog als engelen zo boos zijn.”)

Richard geeft desgevraagd toe dat hij haar schoonvader heeft vermoord. Hij heeft ook Annes echtgenoot, Edward, vermoord. In  een bloedstollend spannende zet biedt Richard Anne zijn zwaard aan om hem te vermoorden. Maar het was haar schoonheid die hem tot zijn wandaden bracht, verzekert hij haar. Ze laat het zwaard vallen. Hij gaat nog een stap verder.

Richard: “Then bid me kill myself, and I will do it.”
Anne: “I have already.”
Richard: “That was in thy rage:
Speak it again, and, even with the word,
This hand, which for thy love did kill thy love,
Shall, for thy love, kill a far truer love:
To both their deaths shalt thou be accessary.”
Anne: “I would I knew thy heart.”
Richard: “Tis figur’d in my tongue.”
Anne: “I fear me both are false.”
Richard: “Then never man was true.”
(Richard: “Zeg dat ik mezelf moet doden, en ik doe het.”
Anne: “Dat heb ik al gedaan.”
Richard: “Toen was je woedend:
Zeg het opnieuw, en, op je woord,
Zal deze hand, die voor jouw liefde je liefde vermoordde,
Voor jouw liefde een nog grotere liefde vermoorden:
Aan beide doden ben jij medeplichtig.”
Anne: “Ik wou dat ik in je hart kon kijken.”
Richard: “Het ligt hier op mijn tong.”
Anne: “Ik vrees dat beide vals zijn.”
Richard: “Dan was nog nooit een man oprecht.”)

Dat schaakspel van zetten in de dialoog komt telkens terug in deze tragedie. En iedere keer blijkt Richard de meest gewiekste schaker. Maar ook de twee beulen die door Richard worden ingehuurd om zijn broer te vermoorden voeren een komisch schaakspel op.

Sec. Murderer: “What! Shall we stab him as he sleeps?”
First Murderer: “No, he’ll say ‘twas done cowardly , when he wakes”
Sec. Murderer: “When he wakes! why, fool, he shall never wake till the judgment-day.”
First Murderer: “Why, then he’ll say we stabbed him sleeping.”
Sec. Murderer: “The urging of that word ‘judgment’ hath bred a kind of remorse in me.”
(Moordenaar 2: “Nou! Zullen we hem in zijn slaap doodsteken?”
Moordenaar 1: “Nee, dan zegt hij dat het een laffe daad was, als hij wakker wordt.”
Moordenaar 2: “Als hij wakker wordt! Stomkop, hij wordt nooit wakker tot de dag des oordeels.”
Moordenaar 1: “Dan zegt hij dan dat we hem in zijn slaap overhoop hebben gestoken”
Moordenaar 2: “Die woorden ‘dag des oordeels’ geven me een soort wroeging.”)

Je kunt dus ook nog door je eigen woorden in het nauw worden gedreven.

Ik denk dat spreken als een schaakspel diep geworteld is in de Engelse taal. ‘Richard III’ is een van de meest  geliefde stukken van Shakespeare in Engeland. Je zou zelfs kunnen zeggen dat de opstelling van de sprekers in het Britse Lagerhuis wel iets heeft van een schaakbord. Of van een tenniscourt, of een toernooiveld. Twee partijen zitten tegenover elkaar, niet achter tafels maar in lange banken. Een spreker houdt zijn betoog staand voor zijn partij met het gezicht naar de oppositie en regelmatig vallen partijgenoten de spreker bij met instemmend gemompel of zelfs luide cheers. Dan is de oppositie aan zet en speelt zich hetzelfde tafereel af.

Good sports, die Britten. Hun spreken is schaken.
Afbeeldingen van boven naar beneden:
-Schaakspel, met dank aan Leenderd de Graaf en Hans Steenbrink
-Scènebeeld uit Richard III, foto Koen Timmerman

No comment yet, add your voice below!


Add a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *