
Als afsluiting van de collegereeks ‘Revoluties in de Kunstgeschiedenis’ van de Vrije Academie kreeg ik vorige week een rondleiding in het Rijksmuseum. Docent Peter Wagemakers nam ons mee en maakte inzichtelijk wat het verschil is tussen tempera en olieverf, tussen een romantisch ‘collage’-landschap van Koekkoek en een impressionistisch zeegezicht van Monet, en hoe de Haagse School ‘fotografische uitsnedes’ maakte van de werkelijkheid.
Voor en na de rondleiding zwierf ik nog op eigen houtje door het museum. Ik liet me bekoren door de twinkelende snuifdoosjes van de rococo en door de sierlijke eenvoud van neoclassicistische stijlkamers. Ter voorbereiding op mijn lezing ‘Rembrandts Handen’, die ik op 14 december weer geef, ging ik binnendoor nog even langs de Nachtwacht om een blik te werpen op de hand van Frans Banning Cocq.
Toen ik daarna de eregalerij indraaide, stond ik opeens oog in oog met het rauwe vlees van Anish Kapoor. Zijn drieluik ‘Internal objects in three parts’ hangt in de zijzaal vlak voor de Nachtwacht, tegenover die van de Joodse Bruid en de Staalmeesters. Omdat ik vanuit de Nachtwacht-zaal kwam, had ik de ‘Internal objects’ niet zien aankomen.
Het was enorme dreun, dit werk van Kapoor. Drie levensgrote panelen, van boven tot onder bedekt met een kolkende, opzwellende, bloedkleurige massa. Er droop geen bloed af en het rook ook niet naar bloed, maar ik zag woest en kapot vlees. Vlees dat niet geordend was in spierbundels en organen, maar openlag als een grote, rauwe, omgewoelde massa. Het binnenste lag bloot, verwoest én verwoestend.
Ik kreeg associaties met het meedogenloze geweld van IS. Die rauwe, bloederige kracht die een spoor van verwoesting trekt door allerlei beschavingen. En die ook verwoestende tegenkrachten oproept van angst, wraak, bloeddorst en chaos.
Het strak vormgegeven interieur van het Rijksmuseum maakte het overdonderend geweld van dit drieluik enigszins dragelijk. Het parket glom, het mauve van de muur stak decoratief af tegen het rood van de vleesmassa’s en bezoekers liepen keuvelend door de eregalerij. De huid van de beschaving was hier slecht plaatselijk opengereten. Toch kon de Joodse Bruid mij na de ‘Internal objects in three parts’ even niet ontroeren.
Op de maandag na de aanslagen van IS in Parijs was ik in de sportschool. Daar vond om twaalf uur een herdenking plaats van de slachtoffers. Om één minuut voor twaalf ging de upbeat-muziek uit in die grote hal, waar het vlees wordt getuchtigd, getraind en getemd. Langzaam verstomden de machines en kwam iedereen tot stilstand. Om twee minuten over twaalf was het helemaal stil.
In die sportschool, waar normaal iedereen zich individueel in het zweet staat te werken en waar nauwelijks contact is tussen de sportschoolbezoekers, ontstond even een gevoel van saamhorigheid. Je zou kunnen zeggen dat ons eerbetoon een tere huid vormde die het rauwe, bloederige geweld bedekte.
De huid is het grootste orgaan van het lichaam. Vol gevoelige zenuwbanen, voedende bloedvaten en warmte-regulerende klieren. Je kunt ermee blozen. Je kunt hem strelen. Hij houdt de boel bij elkaar en beschermt het rauwe vlees. Zonder huid geen spieren. Zonder beschaving geen kracht.
No comment yet, add your voice below!