Wandelingen, zo noem ik mijn lezingen graag. Als ik een lezing geef, wandel ik met mijn gehoor door het leven van een kunstenaar en ontdek hoe in verschillende periodes bepaalde kunstwerken ontstaan. Zo ontrolt zich in mijn lezing het verhaal van een kunstenaar.
Mijn nieuwste lezing Mee naar huis heeft een ander uitgangspunt. Dit keer gaat het niet om één kunstenaar, maar om 76 kunstwerken die samen de expositie EIGEN+BEELD vormen. In mijn lezing pik ik er vijftien uit. Bij elk van die kunstwerken vertel ik wat meer over het leven en werk van de kunstenaar. Vaak citeer ik wat hij of zij zelf over de kunst of over zichzelf heeft gezegd.

Het principe van de wandeling is er in de lezing Mee naar huis nog steeds; ik wandel nu van het ene kunstwerk naar de andere en neem bij ieder kunstwerk een zijpad naar het leven van de kunstenaar. Dan keren we weer terug en gaat de promenade verder, naar het volgende kunstwerk. De promenade wordt steeds meer gekleurd door de voorgaande kunstwerken.
Dat is wat de Russische componist Modest Moessorgski doet in zijn muziekstuk De schilderijententoonstelling uit 1874. In deze oorspronkelijk voor piano geschreven compositie horen we hoe een bezoeker, c.q. Moessorgski zelf, door een schilderijententoonstelling loopt. De bezoeker heeft een eigen muzikaal thema, de Promenade, dat telkens onderbroken wordt door de thema’s van de diverse schilderijen. Als de bezoeker daarna verder loopt is het Promenade-thema van karakter veranderd.

Moessorgski baseerde het stuk op een bezoek dat hij bracht aan een expositie gewijd aan zijn kort daarvoor plotseling overleden vriend Viktor Hartman, schilder en decor- en kostuumontwerper voor opera en ballet. In de uitvoering door pianist Jevgeni Kissin komt de bezoeker opgewekt, een beetje haastig en nieuwsgierig de expositie binnen, zoals te horen is in Promenade I. Na het eerste kunstwerk – een houten notenkraker in de vorm van een Gnoom – klinkt Promenade II droevig. Is de componist plotseling getroffen door het overlijden van zijn vriend?
Als hij het prachtige, zware, in kadans schommelende schilderij De Ossenwagen heeft bekeken, loopt de bezoeker lichtvoetig, bijna zwevend verder. Na het schilderij De Romeinse catacomben klinkt de Promenade vervormd, alsof de bezoeker huiverend verder loopt ‘met de doden in een dode taal’, zoals Moessorgski zelf in de kantlijn van dit deel noteerde.
Het laatste kunstwerk van de schilderijententoonstelling is een apotheose, door pianist Kissin weergaloos gespeeld. De grote poort van Kiev heet dit kunstwerk. Het was een triomfboog voor Czaar Alexander II die een moordaanslag had overleefd. Kissin laat de poort oprijzen in machtig, breed klavierleeuwspel. De poort welft zich over de bezoeker heen, een devote processie klinkt en enorme klokken gaan luiden. In het klokgelui hoor je de Promenade. De bezoeker en het kunstwerk zijn één geworden, de bezoeker gaat op in het verhaal van het kunstwerk.
Het hoeft misschien niet zo romantisch als bij Moessorgski, maar als ik u met mijn lezing kan meenemen op een wandeling door de kunst, waarbij de promenade gaandeweg van karakter verandert en zelf een kunstwerk wordt, ben ik heel gelukkig. Dat kunstwerk neemt u mee naar huis.
De eerste lezing Mee naar huis is op zondag 25 oktober in de bibliotheek van museum Beelden aan Zee. Informatie en reserveren: zie Agenda.
2 Comments
ik verheug me op je verhaal zondag.
Leuk! Tot zondag.