Poètes maudits

In de gang van Museum Beelden aan Zee – je loopt erdoorheen als je naar mijn lezing ‘Inside Ossip’ gaat in de bibliotheek – staan in de prachtige halfronde nissen vier ‘Monumenten voor dichters’ van Ossip Zadkine. Het zijn ontwerpen voor monumenten die Zadkine in 1938 maakte. Later zei hij over deze beelden dat ze zijn belangrijkste werken waren uit de vooroorlogse periode.

De vier afgebeelde dichters hadden met hun revolutionaire gedichten de poëzie bevrijd uit het keurslijf van de burgerlijke zelfgenoegzaamheid van het fin de siècle. In hun eigen tijd (eind negentiende, begin twintigste eeuw) werden deze dichters verguisd, niet alleen vanwege hun iconoclastische poëzie, maar zeker ook vanwege hun ‘liederlijke’ levensstijl. Ze werden poètes maudits genoemd; ‘vervloekte dichters’.

Comte de Lautréamont, circa 1867, fotograaf Blanchard

Kunstenaars als Zadkine, die zich vooral na de Eerste Wereldoorlog ontwikkelden, bewonderden de poëzie van deze poètes maudits en Zadkine besloot dat ze een monument verdienden. Eén van de vier monumenten is voor de Comte de Lautréamont (1846-1870). Deze jonggestorven dichter –  poètes maudits worden niet oud – is vooral bekend om zijn bizarre prozagedicht ‘Les Chants de Maldoror’ (‘De Zangen van Maldoror’).

De eerste druk van ‘Maldoror’ was in 1867 roemloos ten onder gegaan. De tijd was niet rijp voor dit subliem geschreven gedicht, vol duistere, bloedige en sadistische motieven. Maar in 1917 ontdekten de surrealisten ‘De Zangen van Maldoror’ en ze zagen in Lautréamont de voorloper van het surrealisme.

Zadkine beeldt de Comte de Lautréamont af als een lange figuur, die oprijst uit chaotisch neergesmeten opengeslagen boeken. Als je goed kijkt lijkt het alsof hij staat op de benen van een zittende figuur. Is dat Edgar Allen Poe, de schrijver die aan het begin van de negentiende eeuw horrorverhalen tot een literair genre verhief? Wilde Zadkine op deze manier aangeven dat Lautréamont schatplichtig was aan Poe?

Een ander beeld waarin twee figuren te ontdekken zijn, is het ontwerp voor een ‘Monument voor Arthur Rimbaud’ (1854-1891). Deze jonge, hemelbestormende dichter had van zijn zestiende tot zijn tweeëntwintigste een tumultueuze liefdesrelatie met de dichter Paul Verlaine (1844-1896). In die periode schrijft Rimbaud een van zijn bekendste prozagedichten ‘Une saison en enfer’ (‘Een seizoen in de hel’), een “provo”-gedicht met rauwe en hallucinante beelden. Zadkine laat twee figuren oprijzen uit een ongeordende stapel vormen, met hier en daar iets dat lijkt op de klankkast van een gitaar. De twee figuren zijn innig verstrengeld.

Arthur Rimbaud (l) en Paul Verlaine (r)

De derde poète maudit waar Zadkine een monument voor ontwierp is Guillaume Apollinaire (1880-1918). Deze dichter wordt beschouwd als voorloper van het Dadaïsme; in zijn poëzie heeft hij lak aan leestekens en speelt hij met de opmaak van gedichten. Apollinaire was bevriend met de Dadaïst Tristan Tzara en met Pablo Picasso. In 1917 introduceerde Apollinaire de term ‘surrealisme’, toen hij zijn toneelstuk ‘Les mamelles de Tiresias’ (‘De borsten van Tiresias’) een surrealistisch drama noemde.

Gedicht ‘Salut monde (…)’ uit Calligrammes, 1918 van Guillaume Apollinaire (r)

Zadkines leukste ontwerp is dat voor het ‘Monument voor Alfred Jarry ’(1873-1907). Een foto van dit beeld staat bovenaan dit blog. In de chaos waar deze anarchistische dichter en toneelschrijver uit oprijst, is een fietsje te herkennen. Jarry verplaatste zich veel op de fiets, naar verluidt zelfs binnenshuis! Alfred Jarry is de geestelijk vader van het toneelpersonage Koning Ubu, een despotische, vretende, vloekende, laffe koning, waarmee hij de bourgeoisie te kijk zette. Moderne kunstenaars als Zadkine en Picasso waren dol op Jarry/Ubu; Picasso noemde zijn tamme huisuiltje Ubu.

Alfred Jarry, 1898, foto: Alfred Vallette

Van deze vier ontwerpen door Zadkine is alleen het laatstgenoemde een echt monument geworden; in Laval, een stadje in Noord-Frankrijk waar Jarry werd geboren, staat het Monument voor Alfred Jarry. Met fietsje en al en omringd door talloze versies van de onsterfelijke Koning Ubu.

Waarachtig portret van Vadertje Ubu, houtsnede, Alfred Jarry, 1896

Vier mooie ontwerpen in ‘Zadkine aan Zee’ van monumenten voor vervloekte dichters die Zadkine bewonderde. Ze zijn het waard om goed bestudeerd te worden.

 

Op zondag 27 januari komen deze dichters weer voorbij in mijn lezing ‘Inside Ossip’. Aanvang: 11.00 uur, in de bibliotheek van Museum Beelden aan Zee. Tickets bestelt u hier.

4 Comments

  1. Mooi Hans! Nog meer voorbereiding op ons bezoek aan de tentoonstelling! Dank je wel.
    Ik ben ooit in Laval geweest voor een concert van een door mij bewonderde zanger.
    Mocht ik er ooit weer komen, dan kijk ik met andere ogen.
    Lieve groet, Vera

    • Merci, Vera!

  2. Interessant en verrijkend ,die 4 dichters van Zadkine. Zet aan tot verder googelen! Jammer dat ik die lezing miste

    • Dankjewel, Marlies. Be my guest.
      De lezing ‘Inside Ossip’ vindt nog een keer plaats in museum Beelden aan Zee; op 24 februari.


Add a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *