
De Zwitserse kunstenaar Jean Tinguely (1925-1991) speelt een belangrijke rol in het leven van Niki de Saint Phalle. 31 jaar lang hebben ze een relatie. Een stormachtige relatie, met heftige liefdesbrieven, hoogoplopende ruzies, scheidingen, verzoeningen, minnaars en minnaressen, maar bovenal een onvoorwaardelijk geloof in en onmiskenbare beïnvloeding van het artistieke werk van de ander.

In veel opzichten zijn Niki en Jean elkaars tegenpolen. Zij is afkomstig uit een Frans aristocratisch milieu, hij uit een Zwitsers arbeidersgezin. Zij stelt de vrouwelijke vormen centraal in de kunst; ronde, intuïtieve vormen met levenslustige kleuren. Hij maakt duistere, ondoorgrondelijke machines van schroot, die piepen en razen en die uiteindelijk zichzelf vernietigen.
Als Niki Jean voor het eerst ontmoet in 1955, is zij nog getrouwd met Harry Mathews, haar jeugdliefde. Jean Tinguely is een bohémien kunstenaar die in Parijs in een vervallen atelier woont. Niki bezoekt zijn atelier en is erg onder de indruk van de bewegende sculpturen die hij maakt. Ze koopt er een, maar ze daagt Jean ook uit door te zeggen dat zijn sculpturen beter tot hun recht zouden komen als hij er veren aan toevoegt. Jean is diep beledigd.
Toch zoekt hij haar na vijf jaar weer op als ze zijn hulp inroept om een kunstwerk (een boom) in elkaar te lassen voor haar kinderkamer. Hoewel hij geen ervaring heeft als lasser, neemt hij de klus aan. Niki laat Jean haar schetsen zien voor een beeldenpark waar ze van droomt sinds ze het park Güell van Gaudi heeft bezocht in Barcelona. Als een van de weinigen neemt Jean haar plannen serieus. ‘Het gaat niet om de techniek, die kan je leren, het gaat om de droom’, zegt hij tegen haar.
Ze geven allebei hun bestaande relatie op en Niki gaat in 1960 bij Jean wonen in zijn atelier om zich helemaal aan de kunst te wijden. Ze maakt wilde, associatieve collages van gebruiksvoorwerpen, wapens, poppen. In Jeans kunstwerken verschijnen veren, die wuivend en zwaaiend met de machine meebewegen. Als Jean op een avond bij een etentje zijn sigaret uitdrukt in de botervloot – een affront in het milieu waar Niki vandaan komt – valt ze als een blok voor hem. Ze worden een stel.

In 1966 maken ze een gezamenlijk kunstwerk dat misschien wel het beste hun antagonisme én hun wederzijdse inspiratie uitdrukt. Het is de beeldengroep ‘Le Paradis Fantastique’, die geplaatst wordt op het dak van het Franse paviljoen bij de ‘Expo ’67’ in Montréal. Niki maakt grote, veelkleurige fantasiefiguren uit polyester, met ronde, voluptueuze vormen, en Jean maakt zware, ijzeren machines, met scherpe, puntige voorwerpen. Paarsgewijs worden deze figuren opgesteld, waarbij het lijkt of ze elkaar uitdagen, liefhebben, aanvallen, strelen, pijnigen.

‘Le Paradis Fantastique’ is de meest expliciete weergave van de relatie tussen Niki de Saint Phalle en Jean Tinguely. Het is een ‘liefdesgevecht’ tussen haar Nana’s en dierfiguren en zijn machines. Niki noemt het zelf ‘een beeldhouwkundige vorm van de liefdesoorlog tussen Jean en mij. Er stonden twee polen tegenover elkaar: mannelijk-vrouwelijk. Zwarte kleuren, gestabiliseerde beweging. Het was een oorlog zonder winnaar of overwonnene. Een oorlog van vreugde!’

Ook al hebben ze niet hun hele leven met elkaar samengewoond, Niki en Jean bleven elkaar opzoeken en uitdagen. ‘De samenwerking tussen Jean en mij was uniek, een geschenk uit de hemel,’ aldus Niki, ‘Onze samenwerking zette alle andere relaties in heldere kleuren, of het nu om de liefde ging, om vriendschap of om rivaliteit…’ ‘Samenwerking komt niet omdat je het wil. Het is iets magisch, het was ons lot. Dat ons werk zo diametraal tegenover elkaar stond, was een groot voordeel. En we hielden allebei erg van spelen…’ ‘PING PONG, zo speelden we elkaar de bal toe.’
Van oktober 2019 tot maart 2020 geef ik vijf keer de lezing ‘ROND en ROND en ROND, over de wereld van Niki de Saint Phalle‘. Vijf zondagochtendlezingen in Museum Beelden aan Zee. Zie Agenda.
No comment yet, add your voice below!