
In het Brazilië van de vijftiger jaren was Oscar Niemeyer (1907 – 2012) een gezichtsbepalende architect. Nog steeds spreekt uit zijn werk een optimistisch levensgevoel. Zijn gebouwen swingen, ze staan op elegante voeten, hebben oogstrelende welvingen en slingeren zich dynamisch door de ruimte. Brazilië richt zich op en danst in Niemeyers architectuur.
Niemeyer begon als leerling bij het architectenbureau dat in 1943 de vernieuwende Franse architect Le Corbusier naar Brazilië haalde om het gebouw voor het Ministerie van Onderwijs en Gezondheid te bouwen. Dit modernistische gebouw heeft grote invloed gehad op Niemeyer. Hij ging de mogelijkheden van gewapend beton, die Le Corbusier al vergaand had onderzocht, nog verder ontwikkelen. Aan het strakke geometrische functionalisme van Le Corbusier voegde Niemeyer de warmbloedige Braziliaanse touch toe van vloeiende, organische vormen.
Zijn eerste project was Pampulha, een nieuwe wijk die in de veertiger jaren aan de stad Belo Horizonte werd toegevoegd. In de ruigte aan de rand van de stad werd een park aangelegd met palmen, slingerende paden en een groot kunstmatig meer. Aan de oevers van het meer verrezen gebouwen in de plastische vormen van Niemeyer. De golvende Igreja São Francisco de Assis (de Sint Franciscus van Assisi-kerk), die zich spiegelt in het water, is een pareltje van modernistische Niemeyer-architectuur. Ook het heupwiegende Danspaleis (Casa do Baile) is een sieraad voor het Lagao da Pampulha.
Pampulha was als het ware een voorproefje voor het grote, ambitieuze project waarmee Brazilië in de vijftiger jaren de wereld versteld deed staan. In vijf jaar werd vanuit het niets een nieuwe hoofdstad gebouwd: Brasília. Niemeyer kreeg alle ruimte om het strakke stratenplan te vullen met zijn sensuele gebouwen. Hij ontwierp onder andere het Parlementsgebouw in bol/zuil/kom-vormen, de Kathedraal als een onnavolgbaar mooie fontein in beton en glas en de elegant knielende residentie van de president, het Palácio da Alvorada (Paleis van de Dageraad).
Er spreekt optimisme uit het werk van Niemeyer. De mensheid woont in lichtvoetige, dansende vormen vol licht en leven. Het is de dynamische wereld van de Jetsons, de stripfiguren uit het begin van de zestiger jaren. Als tegenhanger van de Flintstones, die in een suburb in het stenen tijdperk leefden, woonde deze familie in een suburb van de toekomst. Gebouwen staan als ranke wijnglazen op hoge voeten, je verplaatst je in gemotoriseerde zeepbellen, gestroomlijnde meubels zweven vrij in de ruimte of rusten met één naaldhak op de vloer.
Zijn mooiste werk maakte Oscar Niemeyer toen Brazilië weer opkrabbelde na de militaire dictatuur die van 1964 tot 1985 het land had geteisterd. Hij keerde terug uit ballingschap in Frankrijk en bouwde in 1996 – hij was al 89 jaar – aan de baai van Rio het Museo de Arte Contemporáneo. Een gebouw als een kelk, een vliegende schotel. Een gebouw dat je optilt. Licht, positief. Je tikt ertegen en het zingt, om met Achterberg te spreken.
Afbeeldingen van boven naar beneden:
– Museo de Arte Contemporáneo, Oscar Niemeyer, Niterói, 1996
– Igreja São Francisco de Assi, Oscar Niemeyer, Pampulha, 1943
– Casa do Baile, Oscar Niemeyer, Pampulha, 1943
– Congresso Nacional, Oscar Niemeyer, Brasília, 1960
– Catedral Metropolitana de Nossa Senhora Aparecida, Oscar Niemeyer, Brasília, 1960
– Palácio de Alvorada, Oscar Niemeyer, Brasília, 1958
– The Jetsons, Hanna-Barbera, 1962
– George Jetson’s office, Hanna-Barbera, 1962
– Museo de Arte Contemporáneo, Oscar Niemeyer, Niterói, 1996
No comment yet, add your voice below!