Van alle tradities die de Kerst aankleven, is in Nederland het ballet De Notenkraker een van de jongste. Vanaf 1996 wordt tijdens de feestdagen dit sprookje van een meisje, Marie, en haar pop/droomprins over ons uitgestrooid. Zelf heb ik nooit een live uitvoering van het ballet van Tsjaikovski bezocht, maar ik koester een (video!-)opname van de versie uit 1991 van de Britse choreograaf Mark Morris. Morris’ ballet The Hard Nut is niet suikerzoet, zoals veel Notenkrakerballetten, maar tangy (= bitterzoet) zoals een goede Engelse marmelade betaamt.

Voor de vormgeving liet Morris zich inspireren door de comics van de Amerikaanse striptekenaar Charles Burns. De strips en graphic novels van deze cartoonist zijn duister en unheimisch. Voor The Hard Nut ontwierp Burns decors en kostuums die de gedroomde wereld van Marie een sinister nachtmerriekantje geven. Maar Morris stopt zoveel humor, dansplezier en genialiteit in zijn ballet, dat het bittere en het zoete heerlijk met elkaar in evenwicht zijn.
De humor van Morris zit in zijn onconventionele rolverdelingen en de energieke, sprankelende choreografieën die levenslust en gein uitstralen en die – zoals in een goede comedy – je op bepaalde momenten ontroeren en bij de strot grijpen.
Sommige vrouwelijke karakters – Marie’s moeder, met drankprobleem, en het kindermeisje, een prachtige ‘soulsister’ die bij voorkeur op de spitzen loopt – worden zeer overtuigend en met veel humor gedanst door mannen. De gasten op het Kerstfeest zijn swinging-sixties-koppels. De dansen die ze uitvoeren zijn uit improvisatie ontstaan en kunnen per avond door de dansers worden gevarieerd. Dat zie je eraan af: geen esthetische poses en strak afgetelde danspassen, maar dansers die elkaar uitdagen en plezier maken.

Marie heeft een merkwaardige oom, Drosselmeier, een speelgoedmaker met een ooglapje die het feest naar zijn hand zet. Hij geeft haar als kerstcadeau een notenkrakerpop. Als Marie, nog vol van het feest, naar bed gaat, begint haar wonderlijke droom. De notenkraker komt tot leven en speelt een heldhaftige rol in een veldslag met de muizen. Vervolgens danst oom Drosselmeier een pas de deux met de notenkraker/prins. In meer conventionele versies van De Notenkraker is dit een duet tussen Marie en de prins, maar hier danst de ‘tovenaar’ met zijn creatie, de lelijke notenkraker die een prins is.

Na dit duet komt Marie’s droom pas goed op gang met de Wals van de Sneeuwvlokken. Dit is wat mij betreft het hoogtepunt van Morris’ ballet. Het complete corps de ballet treedt hier aan; mannen en vrouwen in unisex tutu’s, glittertopjes en asymmetrische badmutsen. De dansers warrelen over het toneel in een oogverblindende choreografie waarbij ze wolken witte confetti rondstrooien. Wat een vreugde en wat een levenslust!

In de tweede acte die hierop volgt komen nog meer fantastische scènes voor. Drosselmeiers zoektocht naar een geliefde voor de betoverde prinses voert hem langs allerlei landen, waarvan de romantische clichés heerlijk tongue-in-cheeck worden gedanst. Spanje heeft een hanige stierenvechter en stier, Rusland is een pastiche van het folkloristisch danstheater en Frankrijk wordt gedanst door nuffige hautecouture-modellen.
De wereldberoemde Bloemenwals is bij Morris een buitengewoon geestige oefening in ritmische gymnastiek onder aanvoering van de moeder. Marie en haar prins dansen een weids duet, terwijl alle figuren uit het verhaal in prachtige golven om hen heen vloeien. En even later zal Marie, als een verliefd kalfje, blootsvoets de eveneens beroemde Dans van de Suikerfee dansen.

Als u deze Kerst behoefte hebt aan een wat minder zoete vorm van vermaak, dan raad ik u van harte deze tangy Notenkraker aan. De integrale versie van The hard nut uit 1991 is op Youtube te zien in twee delen (Part One en Part Two) die elkaar wat ongelukkig overlappen.
Namens Marie, oom Drosselmeier en het complete corps de ballet uit The Hard Nut wens ik u fijne feestdagen.
2 Comments
Geweldig, dit ballet!
Dankjewel Sneeuwvlokje.