
De afgelopen weken ben ik weer diep in het werk van dichter en beeldhouwer Hans Arp gedoken, zoals u als trouwe lezer van mijn blogs wel gemerkt zult hebben. Dat komt doordat ik ben gevraagd door beeldend kunstenaar Yke Prins om de opening van haar expositie OER op te luisteren met een lezing over de gedichten van Arp. Een opening die almaar is uitgesteld.
De coronamaatregelen werden steeds restrictiever; van een open lezing werd het een besloten lezing voor twee maal zeventien genodigden, en de datum werd keer op keer opgeschoven. Nu is de besloten lezing onder voorbehoud uitgesteld tot eind maart. Maar de expositie OER is inmiddels wel al op afspraak, via yjprins@ziggo.nl, te bezichtigen in de Tuingalerij van Pulchri Studio in Den Haag.

Het werk van Yke Prins sluit op een bepaalde manier heel goed aan op het gedachtegoed van Hans Arp. Volgens Arp komt alle kunst én alle natuur voort uit een oer-energie, door hem Urgrund genoemd. Het idee van een oer-energiebron is afkomstig van de presocratische filosofen, een filosofische stroming van 600 tot 400 voor Christus. Deze filosofen noemden de oer-energie het a-peiron; het on-begrensde, het on-bepaalde, het on-gevormde.
Hans Arp, die graag speelde met taal en boetseerde met woorden, noemt de energiebron ook wel het Arpeiron. Kunst komt voort uit het Arpeiron. Het kunstwerk groeit in de kunstenaar zoals een vrucht in een plant en dan ís het daar. Het beeld staat op zichzelf, het is geen verwijzing naar iets anders, het is geen abstractie van iets anders, het is concreet. Arp noemde zijn kunst concrete kunst.
De kunst van Yke Prins is net zo concreet. Haar beelden verwijzen niet naar een andere werkelijkheid; ze zíjn de werkelijkheid. Ze zijn gegroeid onder haar handen, zoals een vrucht groeit in een plant en nu zijn ze er.
Het pièce de résistance van de expositie in Pulchri is het beeld Oer; een krachtig bronzen beeld, solide en vloeiend tegelijk. Het is gebaseerd op een boomstronk uit het bos van Landgoed Clingendael, waar Yke Prins haar atelier heeft. Ze heeft de boomstronk bewerkt, de vormen van het hout verhoogd en verdiept tot Oer tevoorschijn kwam.
En nu staat daar in brons gegoten een oervorm vol leven en vol potentie. Een beeld dat vanuit elke gezichtshoek weer een nieuw perspectief biedt, net als Arps bekende gipsen Rundplastiken. Drie stromen kronkelen uitnodigend om de vorm heen. En guess what: Je mag het beeld aanraken. Net als in de beeldentuin van het museum van Hans Arp bij Parijs kun je het beeld lijfelijk ervaren door met je handen mee te gaan met de stromen, de holtes en de opbollingen van Oer.

Het licht is ook een belangrijke bron voor Yke Prins. Op de expositie hangen verschillende grafische werken waarin ze op een verbluffende manier het licht heeft gevangen in vervloeiende patronen van Oost-Indische inkt. Maar het licht wordt het meest ontroerend gevangen en doorgegeven in haar albasten sculptuur Sunset uit 2017. De verticaal opgerichte schijf met ruwe rand straalt een betoverend zacht licht uit.
Ook het licht komt voort uit het Arpeiron, de Urgrund van alles wat is. In zijn FIRGEL-GEDICHTE uit 1965 schrijft Hans Arp:
entschuldigen sie bitte
können sie mir sagen
welches der kürzeste weg ist
der ins ARPEIRON führt
.
Op de expositie OER krijg je een Ahnung in welke richting je het Arpeiron moet zoeken.
De besloten lezing ‘Arps Fluïdum’ is onder voorbehoud verplaatst naar eind maart. Hopelijk is in april een openbare lezing van ‘Arps Fluïdum’. Ik houd u op de hoogte via de Agenda en de Nieuwsbrief.
2 Comments
Beste Hans,
ik bewonder je talent zo’n mooie verbinding te maken tussen 2 verschillende kunstvormen en welke raakvlak van inspiratie ze hebben! Ik had nog niet eerder van Yke Prins gehoord maar je verhaal is zeker een uitnodiging haar expositie te bezoeken.
Ed
Dankjewel Ed. Leuk als je de expositie OER bezoekt. En hopelijk kan je dan ook naar de openbare lezing Arps Fluïdum komen, als die plaatsvindt.