O Nachtegaal

In Meijendel zingt de nachtegaal. Op 20 april neem ik u mee voor een Frisse Blik Wandeling op zoek naar deze lentebode. ‘Tonen perelklaar als dauw ontgorgelen haar gouden keel’, schreef de Griekse blijspeldichter Aristophanes over de zang van ‘vrouw nachtegaal’ in zijn komedie ‘De Vogels’ uit 414 voor Christus. De zang stijgt ‘tot de troon van Zeus’ en zet de goden aan tot zang en dans. Alsjeblieft, welke vogel kan dat op zijn conto schrijven?

Uiteraard is het niet vrouw nachtegaal, maar man nachtegaal die zingt. Vanuit het dichte struikgewas schalt zijn zang door het ‘dal van de meidoorns’ (=Meijendel); aanzwellende lange tonen die met krachtige slagen worden afgesloten.  Een snik is altijd dichtbij en toch is het erg mooi wat er uit dat keeltje komt. Niemand blijft onbewogen als hij een nachtegaal hoort. Het is de vogel van de melancholie.

Melancholie die je verzoent met het leven, zoals in het sprookje ‘De Nachtegaal’ van Hans Christiaan Andersen. Een Chinese Keizer heeft zijn ‘echte’ nachtegaal, die hem tot tranen toe kon beroeren met zijn zang, verruild voor een kunstnachtegaal van goud en sieraden. Veel mooier dan die onooglijke natuurlijke nachtegaal en bovendien onvermoeibaar. Als de kunstnachtegaal stuk gaat, wordt de keizer ziek. In doodsnood roept hij om de nachtegaal. Die verschijnt en zingt, waardoor de keizer zijn bloed weer voelt stromen.

Maar niet alleen de keizer wordt weer tot leven gewekt, zelfs de Dood, die al op de borst van de keizer zat, “komt weer bij zinnen” door het gezang van de nachtegaal.

Hij zong van het stille kerkhof waar de witte rozen groeien, waar de vlier geurt en waar het groene gras met de tranen van de levenden wordt besproeid; toen begon de Dood naar zijn tuin te verlangen en als een koude, witte mist zweefde hij het raam uit. 

De nachtegaal zingt het lied van verlangen. Door de eeuwen heen hebben schrijvers en dichters zich aangesproken gevoeld door de zang van de nachtegaal. Zij hoorden er het verlangen in naar een geliefde, naar een paradijselijk oord, naar harmonie, naar verzoening met het lot. Sappho, de Griekse dichteres uit de zevende eeuw voor Christus, schreef: ‘De hartstochtelijke nachtegaal betoverde de dichte bossen,/ En het leven was zacht en ons hart in vrede…

Voor de middeleeuwse troubadours vertolkte de nachtegaal het verlangen naar de onbereikbare geliefde:

Het bevalt me als ik bladeren zie
die groen worden midden in het bos,
en de takken zijn met lover bedekt,
en de nachtegaal onder het gebladerte
zingt van liefde, waaronder ik lijd.

En onze eigen dichter van het verlangen J.C. Bloem maakte de nachtegaal onsterfelijk met zijn prachtige gedicht ‘De Nachtegalen’:

Ik heb van ’t leven vrijwel niets verwacht,
’t Geluk is nu eenmaal niet te achterhalen.
Wat geeft het? – In de koude voorjaarsnacht
Zingen de onsterfelijke nachtegalen.

We zullen veel poëzie horen tijdens de wandeling ‘Nachtegalen in Meijendel’. Informatie en aanmelden via de Agenda.

 

Afbeeldingen van boven naar beneden:
– zingende nachtegaal
– ‘Night Song’ van Elisabeth Alba uit Hans Christiaan Andersens ‘De Nachtegaal’

 

 

5 Comments

  1. Ja, inderdaad heel mooi…..

    Dank je wel Vera.


Add a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *