
Voor de derde keer heeft Museum Beelden aan Zee mij gevraagd een lezing te maken over een bekende kunstenaar waar het museum een expositie aan wijdt. Na ‘Kijken als Picasso’ – mijn lezing tijdens de expositie ‘Picasso aan Zee, keramiek en sculptuur’ in 2016/2017 – en ‘Inside Ossip’ – tijdens de expositie ‘Zadkine aan Zee’ in de afgelopen wintermaanden – werk ik nu aan een lezing over het leven en werk van Niki de Saint Phalle (1930-2002).
Vanaf 5 oktober 2019 tot 1 maart 2020 staat deze kunstenaar centraal in de expositie ‘Nana’s aan Zee’. Vijf maanden lang zullen de weelderige en levenslustige ‘vrouwmensen’ van Niki het museum bevolken. In die periode geef ik elke laatste zondag van de maand een lezing in de museumbibliotheek. Ter voorbereiding kan ik putten uit een rijke bron van documentatie; er zijn heel veel films en video’s over Niki gemaakt, en ze schreef zelf veel over haar leven, in een prachtig, kinderlijk handschrift, verlucht met allerlei tekeningen.

Nana is een Frans (scheld-)woord voor ‘meid’, ‘vrouwmens’, ‘wijf’. De Nana’s van Niki de Saint Phalle zijn stevige vrouwspersonen. Ze zijn groot, rond, met forse billen, borsten en benen. Ze hebben kleine hoofden, want volgens Niki wordt er veel te veel belang gehecht aan het hoofd. ‘Het hoofd zonder lichaam, dat is de hel’, aldus Niki.
De lichamelijkheid van de Nana’s is enorm en tegelijk zijn ze heel lichtvoetig; ze dansen en huppelen in bontgekleurde badpakken die als paaseieren zijn beschilderd. Er gaat een enorme levenslust van ze uit. Een levenslust die Niki zelf heeft moeten bevechten.
Niki de Saint Phalle kwam uit een burgerlijk Frans milieu. Kort na haar eigen huwelijk in 1948 raakte ze in een zware depressie. Ze werd opgenomen in een psychiatrische inrichting en tijdens haar opname maakte ze haar eerste schilderijen.
‘Ik ben begonnen te schilderen bij de gekken… Ik leerde er de sombere wereld van de gekte kennen en de genezing ervan, ik heb er geleerd in het schilderen mijn gevoelens te leggen; de angsten, het geweld, de hoop en de vreugde.’

Ze ging collages maken van gips, waarin ballonnetjes met verf waren verwerkt. Met een geweer schoot ze op de collages, waardoor de verf uit de ballonnen spatte. Met deze ‘Tirs’ (Schietschilderijen) brak ze in 1961 internationaal door.
‘In 1961 schoot ik op: papa, alle mannen, de kleine, de grote, de belangrijke, de dikke, de mannen, mijn broer, de samenleving, de kerk, het klooster, de school, mijn familie, mijn moeder, alle mannen, papa, mezelf. Ik schoot omdat het me goed deed en omdat het me een bijzonder gevoel gaf.’
Na deze radicale afrekening met de maatschappelijke conventies die haar verstikten, maakte Niki collages en beelden van vrouwelijke symbolen en figuren (harten, hoeren, bruiden, vrouwen die een kind baren). ‘Ik ging van de provocatie naar een binnenwereld, een vrouwelijke wereld’.
En dan, in 1965 maakt ze – geïnspireerd door een zwangere vriendin – haar eerste Nana van papier maché. Het is een volle, krachtige, vrolijke, zelfbewuste vrouw. De Nana ontleent haar kracht niet aan haar maatschappelijke rol, nee, ze put de kracht uit zichzelf.
Haar leven lang zal Niki Nana’s blijven maken: grote Nana’s, kleine Nana’s, Nana’s als huizen, Nana’s om bloemen in te zetten, opblaasbare Nana’s, gele, roze, zwarte, spiegelende Nana’s. En altijd is Nana lichtvoetig, dansend, vrolijk en ROND.

‘Ik hou van rond.
Ik hou van rond, van curven, van golvingen,
De wereld is rond, de wereld is een borst.
Ik hou niet van rechte hoeken, die maken me bang.
De rechte hoek wil me vermoorden, de rechte hoek
is een moordenaar.
De rechte hoek is een mes,
De rechte hoek is de hel.
Ik hou niet van symmetrie.
Ik hou van onvolmaaktheid –
Mijn cirkels zijn nooit helemaal rond.
Dat is een keus, volmaaktheid is koud,
De onvolmaaktheid schenkt leven, ik hou van het leven.
Ik hou van het denkbeeldige als de monnik van God.
Het denkbeeldige is mijn toevluchtsoord, mijn paleis
Het denkbeeldige is een tocht naar
Het binnenste van het vierkant en de cirkel.
Ik ben blind, mijn beelden zijn mijn ogen.
Het denkbeeldige is de regenboog,
Geluk is het denkbeeldige, het denkbeeldige bestaat.’(Niki de Saint Phalle, uit: ‘Rétrospective d’une oeuvre 1980 Paris’)
De werktitel van mijn lezing is “Rond en Rond en Rond, de wereld van Niki de Saint Phalle”. Op 26 oktober is de eerste. Kijk in de Agenda voor meer informatie.
Afbeelding boven dit artikel: Baigneurs ou Danseuse, 1980-1981
No comment yet, add your voice below!