Niets dan goeds

Aan het eind van het jaar verschijnen de necrologieën in de media. Traditiegetrouw presenteerde de NOS weer een ‘eerbetoon’ aan de personen die in 2015 zijn overleden. Of, in de woorden van de zwierig swipende presentator Herman van der Zandt ‘die het einde van het jaar niet hebben gehaald’. Graag wat meer piëteit, Schermman, het gaat niet over weggestemde kandidaten van ‘The voice of Holland’.

Toch boezemt zo’n overzicht van mensen die ons zijn ontvallen mij ontzag in. Veel van die mensen hebben op een of andere manier iets in mijn leven teweeg gebracht, al was het nog zo kortdurend of triviaal. Bijvoorbeeld Demis Roussos (‘ De zwaarbehaarde zanger’, volgens Van der Zandt). Een wonderlijke verschijning in mijn pubertijd, deze in kaftans gehulde, met een vibrerend piepstemmetje zingende beer. Ik zing nog vaak zijn song ‘My friend the wind’, als ik met een stevige wind in de rug op mijn fiets zit.

Ook was ik getroffen door het tragische lot van judoreus Wim Ruska; voor eeuwig in de schaduw van Anton Geesink en van de terroristische aanslag tijdens de Olympische Spelen van 1972 in München, waar hij twee gouden médailles won. Zijn laatste dagen sleet hij met zijn grote lijf in een rolstoel, afatisch en verlamd na een beroerte.

Actrice Ellen Vogel kwam voorbij met haar ironische oogopslag en de prachtige beeldspraak ‘Acteren is spelen met rook’. En Drs P., gefilmd met een iphone tijdens een toevallig bezoek aan de Openbare Bibliotheek in Amsterdam, waar hij broos en eerbiedwaardig in een rolstoel naast een piepjong pianistje de evergreen ‘De gezusters Karamazov’ zingt.

Filosoof René Gude werd herdacht, een lichtend voorbeeld van hoe je kunt sterven, en de Amerikaanse baseball-legende Yogi Berra, de man met de gouden, Cruijff-achtige aforismen, waarvan de meest toepasselijke door Van der Zandt werd geciteerd:  ‘It ain’t over till it’s over.’

Niet in de erelijst opgenomen was beeldhouwer Eugène Dodeigne, die op 24 december overleed. Zijn werk is waarschijnlijk te weinig bekend om hem een plaats te geven in deze hall of fame, maar ik ben deze zomer opnieuw geraakt door het mededogen dat spreekt uit zijn ruwe, massieve sculpturen. Mededogen met  la condition humaine.

Ook afwezig in de herdenking was Tineke Vroman, de vrouw en muze van Leo Vroman. Zij blijft voor eeuwig op mijn netvlies staan zoals ze in 2010 geportretteerd werd  samen met haar man, in de documentaire ‘Soms is liefde eeuwig’. Twee hoogbejaarde mensen die nog zielsveel van elkaar houden en die zich rustig en met humor voorbereiden op de dood. Leo Vroman overleed op 22 februari 2014, Tineke volgde hem op 23 december 2015.

Ik heb dit jaar de dichtbundel van Leo Vroman aangeschaft ‘Die Vleugels II’, een bundeling van de gedichten die schreef in zijn laatste twee levensjaren. Vrijwel elke dag schreef hij een gedicht, over liefde en dood. Op 20 december 2012 schreef hij een reeks van zeven gedichten getiteld ‘Mijn Hemel’. Hier het vierde uit de rij:

‘4

In mijn hemel hoeft niemand meer
op kleine kinderen te passen
want de dode kinderen zijn zeer,
zeer veel meer dan volwassen.

En de varens! De varens slaan
zoals het tenminste voelt
hun armen om mij heen en verstaan
wat ik slechts had bedoeld,

met van elk blad ieder blaadje
een eigen verhaal
en de sommen daarvan

van elk innige praatje
vormen tezamen
een woeste roman.’

De overledenen van 2015; romans die nu gesloten zijn. Maar de verhalen dragen we met ons mee.

Afbeelding: Leo en Tineke Vroman, uit de documentaire ‘Soms is liefde eeuwig’.

No comment yet, add your voice below!


Add a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *