Laat me vrij!

In de trein werd ik aangesproken door een boek. ‘Ik ben niet kwijt!’ riep het, ‘Ik ben op reis!’ Om te vervolgen met de hartenkreet: ‘Lees me & laat me weer vrij!’ Het boek had een rode cover met gele opdruk en een afbeelding van een man en een vrouw in een smachtende streekroman-omhelzing. Het heette ‘Terugkeer naar Peyton Place’.

Ik had onmiddellijk een flashback naar de donkere winteravonden van mijn puberteit. Mijn vader werkt laat, mijn moeder heeft de afwas gedaan en zit voor de tv. De smeltende muziek van de continuing story of Peyton Place klinkt en we zijn een uur lang weg in de sombere zwart-wit wereld van dat stadje met mensen die allemaal druk zijn met hun dagelijkse bezigheden, maar ondertussen gebukt gaan onder zware emotionele conflicten.

Iedereen is er met iedereen getrouwd of streeft daar in ieder geval naar. Oude wonden genezen nooit en nieuwe zijn zo geslagen in de kwetsbare zielen die dit WASP-stadje bevolken. Zo zag dus Amerika eruit: een plein met een kerkje met rustig voorbij-zoevende auto’s en doelgericht lopende mensen. Een ziekenhuis met een efficiënte drukte, waar geregeld een kalme intercom-oproep klonk voor Doctor Rossi.

De hoofden van de sprekers vulden het scherm en de onderhuidse storm van gevoelens werd in alle nuances op het gelaat weerspiegeld. De teksten werden vrijwel zonder haperen uitgesproken, waarbij de aangesprokene netjes wachtte met reageren tot hij of zij weer frontaal in beeld kwam. Ik heb weleens gehoord welke regieaanwijzing een acteur kreeg die met een peinzende blik in de fade-out moest blijven staan. ‘Denk: Heb ik de oven nou uitgedaan of niet?’

Het boek in de trein geeft zich op de eerste pagina enigszins bloot: ‘Ik ben een speciaal boek. Ik reis over de hele wereld om nieuwe vrienden te vinden. Ik hoop dat ik in jou ook een vriend gevonden heb.’ Dan volgt een url, waar de lezer het BCID-nummer van dit boek kan invoeren om te zien wie het al heeft gelezen. ‘En je kan laten weten dat ik veilig bij jouw ben!’ juicht het boek. ‘Dan… lees me en laat me weer vrij!’

Ik sloeg het boek open en las een dialoog die opnieuw met uitroeptekens was doorspekt. “ ‘Nee! schreeuwde ze, als hij haar nachtpon losknoopte. ‘O nee, niet doen… Draai het licht uit, lieveling. Zo niet…’
‘Ja, zo wél!’ zei  hij met zijn mond tegen haar keel.”
Ach, een nachtpon en een draaischakelaar voor het licht.

Ik legde het boek op het tafeltje en ging aan de andere kant van het gangpad zitten. De jonge vrouw die naast het boek plaatsnam, diepte uit haar tas een broodje op en een Linda. Elke tijd zijn eigen soap.

No comment yet, add your voice below!


Add a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *