Kannen en kruiken

Picasso. Een naam die niet eens een voornaam behoeft, hoewel hij eigenlijk Pablo Diego José Francisco de Paula Juan Nepomuceno María de los Remedios Cipriano de la Santísima Trinidad Ruiz y Picasso heette. De vernieuwer van de kunst die in 1907 definitief afrekende met het paradigma van het lijnperspectief door in zijn schilderij ‘Les Demoiselles d’Avignon’ de figuren op te bouwen uit fragmenten die elk een ander perspectief hebben.

Picasso bleef zichzelf uitvinden. Een beroemde uitspraak van hem is: ‘Ieder kind is een kunstenaar. De moeilijkheid is er een te blijven als je groot wordt.’ Zelf leek hij die moeilijkheid goed te hebben overwonnen; met een kinderlijk elan stortte hij zich op 66-jarige leeftijd op keramiek. Veertig jaar na zijn baanbrekende schilderij bezocht Picasso in 1947 het keramiekatelier Madoura van het kunstenaarsechtpaar Ramié in Zuid-Frankrijk.

De keramiek kreeg Picasso  te pakken; in Madoura mocht hij experimenteren. Onbevangen kneedde hij kannen en kruiken, vers van de draaischijf, om tot uilen, duiven en vrouwenfiguren. Hij kerfde met de achterkant van zijn penseel in de klei, plakte er rolletjes klei aan die armen of snavels werden, of zette de onderdelen (voet, oor, tuit en buik) zo in elkaar dat er een vogelfiguur ontstond. Hij beschilderde de figuren met een ‘zwijgend palet’, dat wil zeggen dat de kleuren zich pas na het bakken in de oven openbaarden.

Picasso’s experimenteerdrift beperkte zich niet tot de plastische kwaliteit van het verse aardewerk. Hij gebruikte de borden, vazen en kannen ook als ‘canvas’, als ondergrond om afbeeldingen op te schilderen. Op alledaags serviesgoed schilderde hij stieren, naakten, stillevens, faunen, waarbij hij zich liet leiden door de vorm van het aardewerk. De hals en de buik van een vaas werden taille en heupen van een vrouw, de bolle bodem van een bord de romp van een stier.

Kinderlijk naïef zijn de afbeeldingen en sculpturen. De uiltjes, de vissen, de vrouwen, de stieren:  je zou ze zo willen aaien. Maar niet alleen de kwaliteit van Picasso’s keramiek  getuigt van jeugdig enthousiasme, ook de kwantiteit. Hij maakte tot aan zijn dood in 1973 meer dan drieduizend keramische objecten.

Een aantal van die werken is nu te zien in de tentoonstelling ‘Picasso aan Zee’. Van 13 oktober tot 5 maart toont museum Beelden aan Zee in Scheveningen 64 keramische werken en sculpturen van Picasso. Sommige zijn zelfs voor het eerst in Nederland te zien. De komende maanden zal ik vier keer een lezing houden in het museum over de ontroerende, tactiele wereld van Picasso’s keramiek. De eerste lezing is in november. Hou de Agenda  van Man van Taal in de gaten voor de exacte datum.

 

Afbeeldingen van boven naar beneden, afkomstig uit catalogus ‘Picasso aan Zee’:
– Photograph of Picasso with gazelles and other ceramics at his Le Fournas studio; photo: Robert Doisneau
– Tanagra aux mains jointes sur le genou droit, 1947. Coll. Musée Picasso, Antibes (c) Succession Picasso 2016, Photo (c) imageArt, Claude Germain
– Chouette ovoïde, 1947-1948. Coll. Musée Picasso, Antibes (c) Succession Picasso 2016, Photo (c) imageArt, Claude Germain

No comment yet, add your voice below!


Add a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *