Het hele verhaal

Behalve mijn lezing Mee naar huis in museum Beelden aan Zee, geef ik dit najaar nog een lezing: Het gevoel van hardsteen over de beeldhouwer Eugène Dodeigne. Omdat ik in deze lezing maar één kunstenaar als onderwerp heb, en niet 15 zoals in Mee naar huis, kan ik dieper op zijn leven en werk ingaan. Ik heb nu de tijd om ‘het hele verhaal’ van één kunstenaarsleven te vertellen, in plaats van vijftien gecomprimeerde kunstenaarslevens in één verhaal.

Ik laat zien hoe Eugène Dodeigne (1923-2015) verknocht was aan het landschap en de mensen van Noord-Frankrijk waar hij opgroeide en waar hij zijn leven lang gewoond en gewerkt heeft. Het weerbarstige klimaat, de lage luchten, de onopgesmukte levensstijl, je ziet het terug in de beelden die hij hakte in een van de hardste steensoorten die er zijn: Belgische hardsteen.

Kasseien in Noord-Frankrijk

Het is de steen van de kasseiweggetjes die door het licht-glooiende landschap lopen. Het is de steen waarin hij als dertienjarige al leerde hakken toen hij, in de leer bij zijn vader, grafornamenten maakte. Het is de steen die in de middeleeuwen de streek internationale roem bezorgde door de rijk geornamenteerde doopvonten die in de stad Doornik werden gemaakt en die werden geëxporteerd naar grote Franse en Engelse kathedralen.

De hardsteen die Dodeigne bij voorkeur gebruikte werd gewonnen in een groeve vlakbij zijn woonplaats, in het Belgische Zinnik, Soignies geheten in het Frans. ‘Monsieur Pierre de Soignies’, zoals Dodeigne ook wel werd genoemd, hakte zijn beelden heel ruw; de sporen van hamer en beitel en van andere gereedschappen zoals slijptol en pneumatische boor laten het stenige karakter van de beelden nog heel goed zien.

Eugène Dodeigne, ca. 1990. Fotograaf onbekend

De weerbarstigheid van het hakken in de harde steen is zichtbaar in de ruwe beelden. Dodeignes stijl van beeldhouwen wordt pierre éclatée genoemd. Dat betekent eigenlijk ‘ruwe steen’, de steen heeft de ruwe vorm waarin hij spontaan is afgebroken. Maar Dodeigne liet de steen springen (éclater = uitbarsten, springen, exploderen) zoals hij dat in zijn hoofd had.

De beelden zijn menselijke gestalten, vaak staand, soms liggend of geknield, die zich aan het oprichten zijn. Ze komen overeind, of streven daarnaar in ieder geval. In de ruwe oppervlakten van de menselijke gestalten wordt het licht op allerlei manieren weerkaatst en toont de figuur zich in kleurgradaties van zilverwit tot loodgrijs. Het is de lichtheid en de zwaarte van het leven in een geëxplodeerde steen.

In de loop van zijn leven heeft Dodeigne deze figuren ontwikkeld. Ze zijn gegroeid onder zijn handen in het Noord-Franse landschap. Ze werden steeds beweeglijker, zijn gestalten. Aanvankelijk staan ze stil, in hun lange ruwgeplooide gewaden. Maar vanaf de negentiger jaren komt er steeds meer beweging in de beelden; ze draaien en buigen opwaarts, tegen de zwaartekracht in.

Dodeigne liet zich inspireren door de dansers van La Compagnie des Ballets du Nord. Hij schetste in ruwe houtskooltekeningen hoe de mens (de danser) zich altijd weer opricht. Dat zie je terug in zijn beelden. Dodeignes beelden zijn monumenten voor de veerkracht van de mens. Hij stáát, ondanks alle slagen die het leven hem toebrengt. De figuren zijn krachtig en gevoelig tegelijk.

Force et Tendresse, Eugène Dodeigne, 1999

Een van de laatste sculpturen van Dodeigne heet Force et Tendresse, Kracht en Tederheid. Het zijn twee tegengestelde krachten die tegelijk gevisualiseerd zijn. Het zijn de twee krachten waarmee Dodeigne zijn sculpturen maakte. Dat is het verhaal dat ik vertel in mijn lezing Het gevoel van hardsteen, het ‘hele verhaal’ van de prachtige gestalten van Eugène Dodeigne.

Lezing Het gevoel van hardsteen op 28 en 29 november in LOOkatie364 in Mariahoeve, Den Haag. Drie keer de lezing met maximaal 20 mensen per keer. Informatie en reserveren: zie Agenda

Afbeelding boven dit artikel: Bondues, de woonplaats van Eugène Dodeigne

No comment yet, add your voice below!


Add a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *