
Mijn streven als Man van Taal is om van elk onderwerp dat ik beschrijf een karakteristiek onder woorden te brengen. Ik zoek het karakter van een kunstwerk, van een landschap, van een klank of van een vogel. Dat karakter is niet in beton gegoten, het is niet het voor eens en voor altijd geldende ‘ware’ karakter van het onderwerp. Het gaat mij om de ervaring.
‘Niet de gebeurtenis zelf is belangrijk ( … ) maar de ervaring ervan, de poëzie’, schreef Trouwcolumnist Wim Boevink in zijn rubriek ‘Klein verslag’ van 12 mei jl. Ik wil met mijn gehoor de poëzie van mijn onderwerpen opzoeken. Dus niet het hoogste woord geven aan de feiten en de waarneming, maar aan de ervaring ervan.
Feiten en waarneming liggen wel ten grondslag aan mijn manier van vertellen. Ik ‘verzin’ niets, ik plaats de feiten alleen in een ander gebied, dat van de ervaring. ‘Het gevoel’ noem ik het vaak; een suggestie, een poëtische optie om naar de wereld te kijken. Subjectief, ja, maar zonder gevoel vaart niemand wel.
Zo ga ik ook te werk in de Frisse-Blik-Wandelingen, die ik elke twee maanden organiseer in parken en bossen in de omgeving. Met een open mind kijken, luisteren, voelen en bewegen we en de toelichtingen die ik geef zijn suggesties, prikkels om met een poëtisch gemoed de omgeving waar te nemen.
De eerstvolgende wandeling staat in het teken van vogelgezang. We gaan luisteren naar de vogels en proberen de karakteristieken in de zang te ontdekken. Natuurlijk zingen vogels niet opgewekt of droevig, maar je kunt het wel zo ervaren. Een fitis en een vink hebben allebei een liedje dat ritmisch naar beneden tuimelt, maar bij de vink eindigt dat in een opverende vinkenslag en bij de fitis sterft het weemoedig uit.
Een tjif-tjaf roept onophoudelijk zijn naam, puntig als een pizzicato, en in het gesputter van een putter zou je ook zijn naam kunnen horen. Een volbloed zanger die we allemaal kennen en in ons hart hebben gesloten is de merel. Vérdragend en vol klinkt zijn zang, vaak als het nog – of al – schemert. De zang kan heel melancholiek klinken, maar ook als een deuntje dat je even snel op je vingers fluit.
En de Maria Callas onder de vogels is natuurlijk de nachtegaal. Deze zanger trakteert ons op aria’s met klokkende volle tonen, die dramatisch aanzwellen tot ze eindigen in een scherp gearticuleerd slotakkoord. Wat een power van dit grootogige, schuwe vogeltje.
En ach, de mussen, de mezen, de kakelende kauwen, wat hebben ze allemaal veel te vertellen. Elk vogeltje zingt zoals het gebekt is. We zullen het gaan ontdekken tijdens de Frisse-Blik-Wandeling op 14 juni. Meer informatie in Agenda.
No comment yet, add your voice below!