
In de Trouw-rubriek ‘taal’ van zaterdag 28 november bespreekt Ton den Boon het Engelse woord flabbergasted. Hij constateert dat dit woord zich een plaats aan het veroveren is in het Nederlandse spraakgebruik. Mensen drukken ermee uit dat ze stomverbaasd zijn. Overdonderd, geëpateerd in ouderwets Nederlands.
Het mooie is dat Den Boon (vrijwel) nooit een oordeel uitspreekt over oprukkende Engelse woorden, maar simpelweg constateert dat in het dagelijks gebruik van taal woorden simpelweg opkomen en weer verdwijnen.
Van flabbergasted zegt Den Boon nog dat het aantrekkelijk is door de “expressieve kwaliteiten. Met nadruk uitgesproken brengt flabbergasted immers meteen het gevoel van verbazing over.” Wat hij er niet bij zegt is dat het zo’n fijn woord is voor deze emotie, omdat de klank een beeld oproept van iemand die zo heftig door elkaar is geschud dat verschillende onderdelen los zijn gaan zitten. Dingen flapperen en hangen er wanordelijk bij. Je moet ze weer even opnieuw rangschikken.
Ik kan me voorstellen dat de tijdgenoten van Leonardo da Vinci ook flabbergasted waren door het lijnperspectief. Deze technische oplossing voor het aanbrengen van diepte op het platte vlak was net vijftig jaar eerder uitgevonden en opende letterlijk een heel nieuwe wereld voor de mensheid.
Voorheen lag in de beelden – en in de wereldoriëntatie – de nadruk op de verticaal. De Gotiek trekt de aandacht omhoog, via de torens van de kathedraal naar steeds hogere cirkels van de hemelse hiërarchieën of juist omlaag de diepten in, naar de duistere krochten van de hel.
Maar nu kregen mensen een perspectief, een verschiet. Ze zagen hun toekomst vóór zich, zij strekte zich voor hen uit op ooghoogte. Je kon nu zelf stappen zetten, je leven in. Ze moeten flabbergasted zijn geweest door deze mogelijkheid. This day is the first day of the rest of your life, dat nieuwe, tintelende gevoel trekt door de Renaissance.
Leonardo da Vinci geeft dat gevoel op een onnavolgbaar ingenieuze en verfijnde manier weer in zijn (onvoltooid gebleven) schilderij ‘De Aanbidding der Wijzen’. Het eerste dat opvalt, als je eenmaal gewend bent aan de grondverfkleuren waarin het schilderij is opgezet, is het overrompelende perspectief. Met een enorme zuig- (of stuw-)kracht gaat het schilderij de verte in, naar de toekomst.
Het verdwijnpunt ligt iets rechts van het midden bij een wild steigerend paard. Daar komen alle lijnen samen. In de driehoek die die lijnen vormen zit op de voorgrond Maria met het Kind. Ze is lichter dan haar achtergrond en ze zit vrij in de ruimte. Aan haar voeten knielen, eveneens lichter dan de omgeving, de drie wijzen.
In een boog daaromheen krioelt en wemelt het van mensen en dieren. Het licht van de Madonna met Kind straalt af op hun gezichten. Ze gesticuleren heftig. Ze weten niet wat ze zien; ze zijn flabbergasted! Deze nieuwe werkelijkheid, dit nieuwe perspectief dat hun hier wordt geopenbaard, slaat in als een bom.
Leonardo maakt dus van de komst van Jezus net zo’n bommetje als het lijnperspectief voor zijn tijdgenoten moet zijn geweest. De mensheid is flabbergasted. Het lijkt wel een kerstgedachte.
Afbeelding: Aanbidding der Wijzen, Leonardo da Vinci, 1481
No comment yet, add your voice below!