Extramurale kunst

Wat is er heerlijker dan op een zomerse dag door een bos te lopen dat vol staat met kunst? De wind ruist door de bomen, licht en schaduw dansen over de beelden en door de afwisseling van open plekken en dichte begroeiing word je iedere keer weer verrast door een kunstwerk.

Eergisteren, op een heel zomerse dag, heb ik in zo’n bos gewandeld: beeldentuin Clingenbosch, het landgoed tegenover Museum Voorlinden, waar kunstverzamelaar Joop van Caldenborgh rondom zijn woonhuis zijn particuliere collectie heeft opgesteld. Een kordate gids leidt je in twee uur langs zestig sculpturen. Inclusief de te overbruggen afstanden kom je dan uit op twee minuten per kunstwerk. Krap vier keer langer dan de gemiddelde tijdsduur die een museumbezoeker besteedt aan het kijken naar één kunstwerk: een halve minuut.

Toch maken bijna alle kunstwerken een blijvende indruk. Dat komt niet alleen door de opgewekte en ter zake kundige toelichtingen van de gids, maar ook door de uitgekiende locaties. Natuur en sculptuur versterken elkaar. Veel kunstwerken zijn in opdracht gemaakt en bij de plaatsing van alle sculpturen is zorgvuldig gekeken naar de omgeving waarin het komt te staan. Bovendien, niet onbelangrijk voor een goede indruk van een beeld, mag je ze (bijna allemaal) aanraken!

In de beeldentuin is elke locatie raak. De springerige compositie ‘27 kubussen’ van Erik van Spronsen bijvoorbeeld wordt nog beweeglijker door de schaduwen van de takken die over de gladde, witte oppervlaktes dansen.

27 kubussen, Erik van Spronsen, 1990. Foto: Berend van Dooren

Dicht bij het woonhuis, aan de rand van een gazon, staat tegen een achtergrond van bronsgroen eikenhout de imposante geometrische constructie van Sol LeWitt ‘2x7x7’. De open kubussen van witte horizontale en verticale balken krijgen bijna letterlijk een extra dimensie in het schitterende spel van zon en schaduw op de sculptuur.

2x7x7, Sol LeWitt, 1990

Het woord ‘clinge’ uit Clingenbosch betekent ‘duin’ en bovenop zo’n duintje staat de grote zandstenen sculptuur ‘Zonder titel’ van Anish Kapoor; een rechtopstaand blok ruwe steen met aan de voorzijde een zachte, vloeiende opening waardoor je als het ware naar binnen wordt gezogen, dieper de duisternis van het omringende kreupelhout in.

Zonder Titel, Anish Kapoor, 1993

De hoge, een beetje plechtstatige werking van de beukenbomen in het bos wordt versterkt door de ijle blauwe lichtlijn ‘Argon’ van Bill Culbert. Even verderop ligt tegen een helling een mysterieuze kring van ruwgranieten stenen. Deze ‘Merrivale Ring’ van Richard Long past ook uitstekend in de gedragen sfeer van het beukenbos.

Argon, Bill Culbert, 1990. Foto: Berend van Dooren
Merrivale Ring, Richard Long, 1994. Foto: Berend van Dooren

Aan de rand van het bos, waar de begroeiing dunner wordt en verkeersgeluiden doordringen, staat Tony Cragg’s ‘Minster’; hoge, puntige torens van opeengestapelde machine-onderdelen. Hier, op de overgang naar de ‘normale’ wereld van snelle machines, houdt een roestbruine Borobudur van oude velgen, tandraderen en vliegwielen de wacht.

Minster, Tony Cragg, 1992. Foto: Berend van Dooren

Hoe anders werkt kunst als het niet in een ommuurde ruimte staat, maar in de natuur. En hoe anders werkt de natuur als er kunst aan wordt toegevoegd. En ook al moest ik het doen zonder de sculptuur ‘Schalenboom’ van Jean Arp (in bruikleen? in depot?), dit bezoek aan Clingenbosch was een heerlijk zomerse cul-/natuurbeleving.

Schalenboom, Jean Arp, 1947-1970

 

 

 

2 Comments

  1. Dank je wel Hans. Verleidelijk stukje! Daar wil ik ook wel eens naar toe.
    Als altijd erg mooi verwoord.

    • Dankjewel Vera! Leuk dat je verleid wordt om naar beeldentuin Clingenbosch te bezoeken. Ik kan het je heel erg aanraden.


Add a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *