
Dwalend door de Romantiek, kwam ik in de Engelse landschapstuin terecht. Deze nieuwe vorm van landschapsarchitectuur ontstond in de tweede helft van de achttiende eeuw als reactie op de kunstmatigheid van de Barok, en vooral de Rococo. Geen strakke geometrische structuur meer, met in allerlei krullen en kegels gesnoeide heesters, maar een licht glooiend landschap met verrassende zichtlijnen, kronkelende waterpartijen en natuurlijke coulissen.
In heel Europa vond de stijl navolging, mogelijk ook omdat een landschapstuin minder onderhoud vergt dan een barokke knot- en snoeituin. Bijna elk stadspark is aangelegd in de Engelse landschapsstijl met de karakteristieke slingerpaadjes, heuveltjes, waterpartijen met een eilandje en onverwachte doorkijkjes.
De Engelse landschapstuin was de pendant van de strenge neoclassicistische landhuizen van Engelse lords. De neoclassicistische bouwstijl was ‘natuurlijk’, want gebaseerd op de rede, en de natuur moest dat ook weer worden. Zo ontstond een zorgvuldig geplande tuin die er zo ongepland mogelijk moest uitzien. De wandelaar zou er diepere gevoelens en hogere gedachten kunnen ontwikkelen.
Park Clingendael is een Engelse landschapstuin en ik wandel er graag. De kronkelende paadjes geven een lichtelijk avontuurlijk gevoel; welk vergezicht zal zich bij de volgende bocht ontplooien? De heuveltjes en boomgroepen, die het zicht ontnemen op het erachter liggende landschap, geven hetzelfde gevoel. De afwisseling van beschutting en openheid is een aangename sensatie.
Ook voor de dieren. Op het deel van de vijver dat, conform de romantische gedachte, door een heuvel wordt afgeschermd van het voetpad, dobberen dan ook veel rustende eenden. Krakeenden, kuifeenden en slobeenden met een natuurlijk schuwheid, die zich niet laten lijmen met een zak oud brood. Op een afhangende tak van het eilandje zit af en toe een ijsvogel. Een lafenis voor mijn romantische vogelziel.
Tot mijn schrik is sinds kort een picknicktafel geplaatst bovenop de heuvel. Weg beschutting, weg mysterie. Een picknicktafel: beeld van de natuurbeleving van de eenentwintigste eeuw. Het park als pretpark, waar je je eigen beleving creëert door over het gras te dartelen, in bomen te klimmen, heuvels op en af te rennen, te picknicken aan een tafel en eenden te voeren.
Om het nog ingewikkelder te maken, blijkt de tafel daar geplaatst te zijn ter herinnering aan een overleden meisje. Midden op de tafel is een plaquette geschroefd met haar naam en sterfdatum: 23 maart 2015. Treurig, maar verwarrend om de geliefde te (laten) gedenken met een van-dik-hout-zaagt-men-planken-tafel op deze plek. Kwam ze hier graag? Zijn we hier “dichter bij” haar (in de hemel)? En moeten wij het leven vieren met een picknick ter nagedachtenis aan dit meisje?
Ik wandel verder. Ik hoor Schubert; Fein Liebchen, gute Nacht.
No comment yet, add your voice below!