Op 5 februari 1940 werd de Belgische kunstenaar/uitvinder Panamarenko geboren. Hij heette oorspronkelijk Henri, net als zijn vader: Henri Van Herwegen. Maar toen hij als jonge kunstenaar op een zelfgeknutseld transistortje de naam Ponomorenko hoorde, de naam van een Oost-Europese generaal, wist hij dat dát zijn kunstenaarsnaam moest worden: Panamarenko.
Over de jeugdjaren van Panamarenko verscheen in 2012 een leuk boek, De Kleine Panamarenko. Daarin staan jeugdherinneringen opgetekend die Panamarenko vertelde aan de kinderboekenschrijfster Brigitte Minne, uiteraard gekleurd door zijn ongebreidelde fantasie. De verhalen zijn grappig en ontroerend en roepen allerlei associaties op met kunstwerken die Panamarenko in zijn latere leven zal maken.

In het boek staan mooie ouderwetse familiefotootjes, met kartelrandjes. Er is een foto van de kleine Panamarenko op een driewielertje. Eén van de meest in het oog springende onderdelen van de lucht-‘tuigen’ die Panamarenko later zal ontwerpen, is dat die worden aangedreven door fietstrappers. De piloot brengt via fietspedalen het vliegtuig in beweging. Als kleuter beleefde de uitvinder dat gevoel al op zijn fietsje.
De kleine Panamarenko heeft veel tantes en ooms van moederskant en die komen vaak over de vloer. Zo was er Nonkel Achilles die klarinetten bouwde. Hij gaf aan zijn kleine neefje de onderdelen van een klarinet, maar die maakte er een sterrenkijker van. Van alle tantes was Tante Germaine de liefste; ze was ‘zo zacht als boter en te goed voor deze wereld’. Toen de familie er schande van sprak dat de kleine Panamarenko een kauw als huisgenoot mocht houden, was zij de enige die het voor hem opnam.
En dan was er nog tante Ida ‘die een slag van de molen had en in een instelling verbleef’. Tante Ida had een bloes met bruine en witte streepjes. Net als de streepjes die de kleine Panamarenko zag op de schilden van de Coloradokevers die de aardappeloogst in zijn vaders volkstuintje vernietigden. Panamarenko was gefascineerd door die diertjes en stelde zich voor dat er ook kevers waren met sterren op hun schild, tante Ida had immers ook een bloes met sterren.

Vroeg in zijn carrière ontwerpt Panamarenko allerlei vliegtuigen die vliegen als insecten. In 1971 maakt hij, als een circusact, een prachtige Meikever met een schild met grote rode sterren. Onder het schild van de Meikever zit een elektromotortje met een schroef die de vleugels (met een spanwijdte van vijftig centimeter) in beweging brengt. Het beestje is via een snoer verbonden met een kistje waarin de batterij ligt en een paar nagemaakte bloemen ‘want een meikever moet toch eten.’

De sterren op de bloes van tante Ida komen terug op het schild van Panamarenko’s Meikever, maar ook op de helm die de kosmonaut draagt in zijn project Reis naar de sterren uit 1985. In een speciaal ruimtepak en met een gemotoriseerd rugzakje vliegt deze kosmonaut door het heelal. Op zijn witte helm staan vrolijke rode sterren, alsof hij in een circusact is gelanceerd uit een kanon.
Zo leeft de kleine Panamarenko voort in de kunstwerken die hij als volwassene maakt; speels, licht en vrolijk.
Op 18 maart is het zover. Dan gaat mijn lezing Los! Kunst en vliegwerk van Panamarenko in première in Utrecht. Zie Agenda.
4 Comments
Spannend! Ik kijk uit naar de lezing in Den Haag!!
Ha leuk, Marijke! Dankjewel.
Enig Hans, dankjewel! We verheugen ons op je lezing.
Dankjewel Benna. Tot ziens bij de lezing.