
Bij een van mijn lezingen werd mij onlangs gevraagd of Henry Moore zich voor zijn Reclining Figures misschien ook had laten inspireren door het beeld van de liggende Boeddha. Ik moest daar het antwoord op schuldig blijven. Bij de voorbereiding op mijn lezing was ik geen verwijzingen tegengekomen naar Boeddha-beelden, maar Moore, met zijn interesse voor niet-Westerse kunst, zal ze zeker wel hebben gekend.

Ik had een vage voorstelling van de liggende Boeddha, maar nu ik zelf een aantal afbeeldingen heb bekeken lijkt het me onwaarschijnlijk dat dit beeld een inspiratie is geweest voor de Reclining Figures van Henry Moore. De Boeddha ligt meestal op de rechterzij, de benen bijna helemaal gestrekt. Het hoofd wordt ondersteund door de rechterhand en de linkerhand ligt op de heup. Op het gezicht, met (half-)geloken ogen, is een glimlach te bespeuren.

De Chacmool, het pre-Columbiaanse Zuid-Amerikaanse beeld waar Henry Moore zijn Reclining Figures op baseerde, maakt een heel ander gebaar. Deze figuur ligt achterover op de rug, het bovenlichaam half opgericht, en leunt met de ellenboog op de grond. De voeten staan plat op de bodem, waardoor de onderbenen recht omhoog gaan en de knieën gebogen zijn. Het hoofd is negentig graden opzij gedraaid en de figuur kijkt met een open blik de wereld in.
Het gebaar van de Boeddha is er een van onthechting; de figuur rust wel op de grond, maar zou er ook boven kunnen zweven. Het gezicht met de glimlach maakt geen direct contact met de toeschouwer. De voeten liggen opzij gedraaid op elkaar op de grond, het hoofd rust op de hand in een hoek van ongeveer 45 graden ten opzichte van de horizon. Er is geen activiteit in de figuur.


De Chacmool kijkt je aan. Of hij kijkt naar de omgeving. Hij rust actief op de ondergrond door de stevig geplante voeten. De half-opgerichte houding heeft een spanning, die in werkelijkheid niet lang is vol te houden. Het is niet zo gek dat Moore’s eerste Reclining Figures – waar waarschijnlijk zijn vrouw Irina voor poseerde – hun hoofd ondersteunen met hun linkerhand. Je moet wel een erg afgetrainde sportschool-atleet zijn om deze pose zonder ondersteuning vol te houden.
De houding van de Chacmool is dus áctief; de figuur leunt achterover en heeft contact met de omgeving. Dat is wat de Reclining Figures van Henry Moore zo bijzonder maakt. Het zijn geen naakten die zich bevallig op de grond hebben neergevleid, maar het zijn menselijke wezens die actief aanwezig zijn in de ruimte en zich verbinden met de omgeving en met de aarde. Moore benadrukt die verbinding door de vormen en materialen te laten aansluiten bij de (natuurlijke) omgeving waarin het beeld wordt geplaatst.
Door de vergelijking te maken tussen de Chacmool en de liggende Boeddha, zie ik eens te meer hoe krachtig de Reclining Figures van Henry Moore werken. De figuren zijn actief, hoewel ze niet staan of zitten. Hun lichamen zijn horizontaal, zo dicht mogelijk bij de aarde. Ze ‘doen’ niets, maar leunen simpel achterover en nemen de omgeving in zich op. Of omgekeerd natuurlijk.

Een mooi devies als afronding van mijn lezingen en blogs over Henry Moore: Recline; leun achterover en voel de verbinding met je omgeving.
6 Comments
Wat weer een mooi verhaal Hans. Dankjewel. Ik ga die liggende houding ook eens proberen. Het lijkt me inderdaad niet comfortabel om die lang vol te houden. Bijzonder te beseffen dat ook een liggende houding actief genoemd kan worden zoals je schreef. Warme groet van Jeannette
Dankjewel Jeannette. Succes met het beoefenen van je ‘Chacmooltje’.
zou bijna een yogahouding kunnen zijn.
Heb het geprobeerd, maar voorlangere tijd heel moeilijk!!
wel leuk deze blog!
Dankjewel Geeske. Vooral het opzij kijken is moeilijk, hè?
Dankjewel, Hans, voor weer zo’n mooi blog over Henry Moore! En wat een prachtig, afrondend devies.
Graag tot ziens in museum Beelden aan Zee,
Hg
Anneke
Dankjewel Anneke. Tot ziens!