De Arlikoop

Bijna alle projecten die Panamarenko (1940-2019) ondernam hebben hun oorsprong in de zeventiger jaren van de vorige eeuw. In de periode daarvóór, de zestiger jaren, toen hij in Antwerpen op de Academie voor Schone Kunsten zat, had hij zich verdiept in de natuurwetenschappen. Fysica, aerodynamica, chemie, biologie, al die exacte wetenschappen gaven hem meer inspiratie dan de kunstzinnige vorming die hij op de academie kreeg.

Dankzij de kennis die hij had opgedaan door zelfstudie in de natuurwetenschappen borrelden in zijn hoofd allerlei plannen en projecten op voor vliegtuigen, vaartuigen en voertuigen. Zo rond 1970, toen hij zich ging manifesteren als kunstenaar die ‘tuigen’ maakte, ontplofte zijn brein als het ware van de vele ideeën die hij had. Hij maakte allerlei ontwerpschetsen voor uitvindingen, waarvan hij sommige pas tientallen jaren later zou realiseren.

Automaat Alluminaut, tekening van Panamarenko, 1970

Een van de ontwerpen die hij in 1970 op papier zette was voor een robotje; een ‘mannetje’ met een bol hoofd en lange armen en benen. In het hoofd zit één groot oog, waarmee de robot alles registreert. Op het achterhoofd zit een serie relais, die de bewegingen van het robotje aansturen. De vorm van dit mannetje doet denken aan een zogenaamde koppoter, de manier waarop vierjarigen een mens tekenen; een ronde kop met alleen maar armen en benen.

Panamarenko noemt het mannetje Automaat Alluminaut, een verwijzing naar de film Jason and the Argonauts uit 1963. Hij tekent het robotje dat met zijn handen een been beetpakt van een grote versie van zichzelf. Het probleem met dit robotje voor Panamarenko is dat hij geen idee heeft waar het voor zou kunnen dienen. Bij zijn andere uitvindingen is het duidelijk; je kunt ermee vrij over de wereld reizen, maar wat kun je met het robotje? Dit ontwerp blijft dan ook lange tijd op de tekentafel liggen.

De Arlikoop, Panamarenko, 2004

Tot het moment dat Panamarenko, in zijn atelier op de Furkapas hoog in de Zwitserse Alpen, zijn Archaeopterixkes gaat maken, bewegende robots in de vorm van de oervogel Archaeopteryx. Deze ‘kiekskes’ geven hem veel voldoening, terwijl ze niets anders hoeven te doen dan ‘wat rondlopen en gewoon kieken te zijn…’ Hij pakt zijn oude project weer op en bedenkt dat hij ‘dit robotteke wel eens de bergen van de Furkapas zou kunnen laten beklimmen.’ In 2004 is er dan een echte versie van de robot: de Arlikoop.

De Arlikoop op de Noordpool, Panamarenko, 2004

De oorsprong van de naam Arlikoop ligt in Panamarenko’s jeugd. In een interview in plat Antwerps vertelt hij hoe hij als kind op school in ‘algemeen beschaafd karton-Nederlands’ liedjes moest zingen. In één van die liederen kwam de passage voor: ‘Wij zijn jong, de aard’ ligt open’. Panamarenko en zijn klasgenoten verbasterden dat tot: ‘Wij zijn jong, de arlikopen’.

Panamarenko gaat met zijn Arlikoop geen bergen beklimmen, maar hij reist ermee naar de Noordpool, ‘op zoek naar Frankenstein.’ In het felle licht van de eindeloze sneeuwvlaktes maakt hij prachtige foto’s van de robot. En zo heeft de Arlikoop toch een functie: hij voedt de fantasie. Hij geeft je het kinderlijke gevoel van een trouwe kameraad tijdens een avontuur in barre omstandigheden. Een heel belangrijke functie, zou ik denken.

Op 1 mei geef ik in Den Haag mijn lezing Los! Kunst en vliegwerk van Panamarenko. Informatie en reserveren: zie Agenda

Foto boven dit artikel: Panamarenko bij de Arlikoop, Deweer Gallery, 2018

 

No comment yet, add your voice below!


Add a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *