Er is een nieuwe Man van Taal-lezing in de maak. Over het perspectief. De inspiratie stormt op me af. In het Gemeentemuseum Den Haag is de expositie ‘Kleur Ontketend’ te zien, over de ontwikkeling van de schilderkunst in de periode 1885-1914. In een explosie van kleur verdween toen het perspectief van het doek.
De ‘ontdekking’ van het perspectief vier eeuwen eerder – en het normatief worden ervan – is één van de onderwerpen in de collegereeks van de Vrije Academie die ik volg. ‘Revoluties in de kunstgeschiedenis’ heet deze reeks en in vogelvlucht wordt een aantal revolutionaire uitvindingen belicht die de beeldende kunst sterk hebben beïnvloed. Behalve het perspectief is dat bijvoorbeeld ook de uitvinding van de verftube. Of de koepel. Of de fotografie.
De lezing die ik aan het ontwikkelen ben, bestrijkt die heel grote boog van het ontstaan van perspectief tot het opgeven ervan. Welk gevoel gaat daarmee gepaard? Wat betekende het perspectief voor de mensen in het vijftiende-eeuwse Italië? Het perspectief creëert niet alleen ruimte op het schildersdoek, maar geeft ook een andere oriëntatie op de wereld weer.
In mijn rondleiding door het Mauritshuis stonden we al stil bij de emotie waarmee de schilders in de verschillende kunstperiodes de ruimte hebben weergegeven. Van de behoedzaamheid van de Vlaamse Primitieven tot de zwierige dynamiek van de meesters van de Gouden Eeuw.
In de barok neemt het spelen met perspectief een hoge vlucht. Trompe-l’oeils werden met groot raffinement aangebracht in wereldse en kerkelijke gebouwen. Kunstenaars zetten de ruimte naar hun hand. In het neoclassicisme lijkt de focus meer op de monumentaliteit van de ruimte te liggen. En in de romantiek is ruimte een (overweldigende) emotie. Waar moet ik het zoeken, lijkt nu de vraag.
En dan, eind negentiende eeuw, verdwijnt het perspectief uit de kunst. Nabootsing is niet meer het hoogste doel, het gaat om een impressie van de wereld om ons heen. De oriëntatie verlegt zich van de buitenwereld naar binnen. Impressies zijn niet gebonden aan ruimte of tijd; perspectief is niet langer de norm.
Kunstenaars gaan nu vrij met de ruimte om, voor- en achtergrond zijn even belangrijk. Ook de kleuren worden bevrijd uit de wetmatigheden van natuurgetrouwheid en met woeste gebaren op het doek aangebracht. Ontketend, zoals het Gemeentemuseum laat zien.
Boven en onder zijn ook niet meer relevant; met het perspectief wordt als het ware ook de zwaartekracht opgeheven. Bij Rothko kun je dat bijna letterlijk navoelen; zijn kleurvlakken geven een gevoel van gewichtloosheid.
In mijn lezing over het perspectief wandel ik met u langs al deze ervaringen van ruimtelijkheid. Aan de hand van afbeeldingen, en misschien wel een rondleiding, maak ik de grote boog van het opkomen naar het verdwijnen van het perspectief. Hou de Agenda in de gaten.