Ripollés

Het beeldmerk (“logo”) van mijn website is een kunstwerk dat sinds 1998 bij mij aan de muur hangt: ‘Guerror’ (= Strijder) van de Spaanse kunstenaar Juan Ripollés. Toen ik het kunstwerk kocht bestond de Man van Taal nog niet, maar dit mannetje drukt hem al heel wezenlijk uit.

Juan Ripollés is een veelzijdig kunstenaar; hij maakt beeldhouwwerken, schilderijen en etsen. Voor mij is hij een archetypische hippie-kunstenaar die madeliefjes in zijn warrige grijze baard vlecht, felgekleurde gewaden draagt of, als hij in de brandende Spaanse zon staat te werken, slechts gekleed gaat in een tangaslip. En altijd een witte hoofdtooi met twee kleine antennes op zijn voorhoofd.

Zijn figuren zijn naïef, kinderlijk. Mannetjes en vrouwtjes zijn teruggebracht tot speelse, simpele vormen en ze stralen levensvreugde uit. Zelfs de monsters en de boze mensen hebben in hun aandoenlijke eenvoud iets vrolijks. Een van zijn werken uit de reeks waartoe ook “mijn” Guerror behoort heet Grito de alegria:  Vreugdegil.  ‘Ik beschouw mezelf niet als een kunstenaar, maar als een kind dat niet heeft willen groeien’, zo typeert de kunstenaar zichzelf.

In al zijn speelsheid is Ripollés een groot vakman en ongekend vernieuwer van de etskunst. Hij drukt niet een etsplaat af óp papier, maar drukt zijn ontwerp ín het papier. Zo ontstaat de typische grabado matérico, de materie-ets. Dat papier vervaardigt hij zelf; het is dik handgeschept papier dat voor tachtig procent uit katoen bestaat. De etsplaat wordt met een druk van 1800 kilo in het papier gewalst en laat een diepe indruk achter.

Het is dus een driedimensionaal werk: het bobbelige, oneffen “katoenen” papier vormt een levendige omgeving voor de krachtige etsvorm. De figuren die Ripollés afdrukt zijn samengesteld uit stukken staal en gewalst blik. Materialen die hij vindt op de schroothoop van scheepswerven en staalfabrieken.

In mijn kunstwerk (afmetingen 120 x 80 cm) is duidelijk een hoefijzer te herkennen in de benen van het mannetje. Er is ook een prachtige bronzen schijf, het schild van de Guerror, waar in het midden nog het dikke papier doorheen stulpt. Het mannetje zwaait met een mes en boven zijn hoofd zit een gele halve cirkel; een platgedrukte hoepel. Is dat de Spaanse zon? Is het een pluim op de helm van de strijder?

Ripollés heeft ook een revolutionaire kleurtechniek ontwikkeld: hij mengt ijzervijlsel, zand en andere materialen door de verf en plakt die op de platen. Dit mengsel wordt rechtstreeks in het papier gedrukt. Dus ook in de kleuren zit een levendige, korrelige structuur.

Mijn Guerror huppelt aan de muur, zijn bronzen schild blikkert, zijn vuurrode tong wappert uit zijn mond en boven zijn hoofd straalt de inspiratie. Het is de Man van Taal.

afbeelding: een aantal materie-etsen van Juan Ripollés

Ljoebov

Binnenkort geef ik mijn eerste lezing als Man van Taal. Het onderwerp is de taal van de handen van de figuren in Rembrandts werk. Uiteraard mag Danaë’s hand niet ontbreken. De hand die zij uitstrekt naar het gouden licht, de ‘vermomming’ waarin Zeus haar benadert om de liefde met haar te bedrijven. Uit die daad zal Perseus voortkomen.

Rembrandt laat Danaë een gebaar maken dat het midden houdt tussen afweer en begroeting. Het licht streelt haar en ze laat het zich welgevallen. Ze is verrast, maar ze straalt verlangen uit. Ze wil het licht pakken, ze wil zich overgeven aan deze intimiteit.

Haar actieve houding, misschien wat bedeesd maar autonoom en zonder een spoortje wellust, maakt haar tot een van de mooiste vrouwelijke naakten die ik ken. Daarnaast is ze ook nog eens levensgroot (het schilderij in de Hermitage meet 185 bij 203 centimeter), dus ze is heel indrukwekkend. En toch ook teder en kwetsbaar, letterlijk en figuurlijk.

In 1985 gooide een getroebleerde man zuur over het doek. Dat drama wordt heel aangrijpend verwoord in prachtige tv-serie ‘Passie voor de Hermitage’ van Aliona van der Horst. In de aflevering ‘Gewonde kunst’ vertellen de “hermitazjniks” (de medewerkers van de Hermitage) over de impact van deze aanslag *.

De beschermengel van de Hermitage moet die dag “zijn hoofd hebben afgewend”, zegt een van de conservatoren. “Het schilderij huilde, het bloed droop eraf.” In huiveringwekkende beelden toont de documentaire de staat van het schilderij voor, tijdens en na de aanslag. “Je had de indruk dat haar huid was afgestroopt tot op het vlees.” Restaurator Jevgeni Gerasimov:  “Het bewoog. Ik had zelfs de indruk dat het geluid maakte. Het was horror.” Petersburgers legden bloemen op de plek van de aanslag.

Om de zuuraantasting te stoppen werd meteen na de aanslag het schilderij besproeid met water. Gerasimov en zijn medewerkers namen telkens een mondvol  water en sproeiden dat in straaltjes over het schilderij uit. De hele Hermitage “liep te janken”, iedereen hield van dat schilderij “van geluk en liefde”. “Het is een vrouw die op haar geliefde wacht. En hoe wacht ze op hem! Die hand, dat is zo zuiver. Hier is de ziel!”

Na twaalf jaar was de restauratie klaar. Ze kreeg weer een plek in de Rembrandtzaal met een soldaat aan haar zijde. Gerasimov noemt haar een gepijnigde patiënt. Toch heeft ze volgens anderen nog steeds  “dat pulserende leven” van Rembrandt. Ze belichaamt nog steeds ljoebov, de liefde. Sommige vrouwen in Rusland heten Ljoebov. Rembrandt portretteerde haar zoals alleen hij dat kan, badend in een gouden licht.

*het verhaal van de zuuraanval op Danaë is te zien vanaf 13.23′

GUT Taalgevoel

Vóór 30 maart 2015 publiceerde ik mijn blogs op de website ‘GUT taalgevoel‘. Elke eerste, elfde, eenentwintigste en (eventueel) eenendertigste van de maand schreef ik een blog over kunst, natuur of taal of een combinatie van die onderwerpen. Mijn eerste blog ‘Welkom’ verscheen op 1 maart 2013.

 

U bent van harte welkom om een kijkje te nemen op deze ‘oude’ website die voorafging aan Man van Taal van nu.