
Vaak zeggen mensen na een lezing tegen mij dat ze anders naar kunst zijn gaan kijken; ‘beter’. Ik vind dat een groot compliment. Niet dat er een foute manier is van naar kunst kijken, maar ‘beter kijken’ in de zin van aandachtiger of onbevangener, lijkt mij winst. Voor de kunst en voor de kijker.
Beter kijken houdt nooit op. Je ontdekt steeds nieuwe dingen door met een open mind te kijken. Ik keek nog eens wat beter naar een aantal schilderijen uit mijn lezing ‘Het Verdwijnend Perspectief’ en ontdekte nieuwe beelden. Bijvoorbeeld in het portret van de hertogin van Urbino, geschilderd in 1465 door Piero della Francesca. Deze adellijke dame, Battista Sforza geheten, is en profil afgebeeld, de rechterzijde van haar gelaat naar ons toegewend. Ze kijkt naar haar echtgenoot op het andere paneel, ook en profil afgebeeld, maar dan van links.

In de lezing wees ik erop dat het landschap waarvoor zij staan nog vrijwel leeg is, op een paar details na. Bij hem zien we in de achtergrond een meer met zeilbootjes. Bij haar zien we een stadsmuur die zich bijna lijkt voort te zetten in het strakke collier om haar hals. Je zou hierin een beeld kunnen zien van de vrijheid van uitzeilen tegenover de omhulling, het opgesloten zijn binnen een stadsmuur. Zij is een kostbaar bezit dat bewaakt moet worden met een omheining.
Zij ligt als het ware aan een leiband die van haar naar haar echtgenoot loopt. Als je je voorstelt dat deze mensen zich omdraaien en het landschap in stappen – zoals ik in mijn lezing suggereer – zou de leiband strakker om de hals van Battista Sforza worden getrokken. Zij kan alleen maar gaan waar hij haar leidt. Hij bepaalt de koers en zo werd dat toen waarschijnlijk ook gezien.
Een ander voorbeeld van beter kijken is het vergelijken van twee afbeeldingen uit de Egbert Codex, het tiende-eeuwse Evangeliarium van aartsbisschop Egbert dat is geïllustreerd met afbeeldingen van de Bijbelverhalen. In de ene afbeelding heft Jezus zijn hand op om de stormmonstertjes te kalmeren. In de andere heft Herodes zijn hand op om het bevel te geven de kinderen van Bethlehem te vermoorden.

Herodes staat, ontspannen leunend op zijn staf, met één vinger te wijzen naar het stadje Bethlehem. ‘Daar moeten jullie wezen, mannen.’ Hij blijft onbewogen onder zijn gruweldaad. Jezus heft zijn hand op in een gebaar van vrede, namelijk met wijs- en middelvinger opgericht in een lichte V-vorm. Hij geeft geen bevel, maar hij schenkt de stormmonsters vrede. Zo worden ze koest, de storm gaat liggen.

En een laatste voorbeeld van beter kijken, waarbij achtergrondkennis aanschouwelijk wordt, is te vinden in ‘Victory Boogie Woogie’ van Piet Mondriaan. Dit vierkante schilderij (gekanteld tot een ruitvorm) is een en al ritme en dynamiek. Het beweegt, maar het beweegt niet één bepaalde kant op. Mondriaan wilde voorkomen dat er in zijn schilderijen een beweging is die ergens in uitmondt. Er is geen verdwijnpunt, geen punt op de horizon waar alles naar toe gaat.
Ook met de schilderijen die aan de ‘Victory Boogie Woogie’ vooraf gingen, de strakke composities van zwarte lijnen en primaire kleuren op een plat vlak, wilde Mondriaan het verdwijnpunt al opheffen. Maar toen hij in New York de boogiewoogie leerde kennen zag hij dat er ‘too much old in the new’ zat. Voor hem was deze muziek de ultieme uitdrukking van het moderne levensgevoel. Boogiewoogie heeft geen melodie die ergens naar toe gaat; de melodielijn wordt voortdurend onderbroken en is opgedeeld in kleine blokjes. Samen vormen die blokjes een dynamisch geheel. Ziedaar ‘Victory Boogie Woogie’.

Door bij het kijken naar kunst de verbeelding toe te laten, door te associëren, te vergelijken, door te graven in je herinnering, door te luisteren naar wat anderen over het schilderij zeggen, door de boeken erop na te slaan, ontspint zich een steeds breder verhaal. Beter kun je niet kijken.
2 Comments
Prachtig Hans….je column is als een mooie wijn op een zomeravond of, om meer bij dit jaargetijde te blijven, pompoensoep bij de open haard….
Hm! Dankjewel, Vera.