
Morgen vertrek ik voor een korte vakantie naar het Drentse Diever. Ik verheug me erop. Het landschap rondom dit oude esdorp is een weldaad; glooiende akkers en weelderig bloeiende loofbosjes als coulissen in het land, oude knoestige dennenbossen en uitgestrekte strak-belijnde productiebossen, heidevelden met spiegelende vennen en warme stuifzanden. En vogels, heel veel vogels.
Met ogen wijd open en oren op steeltjes fiets ik door het landschap. Ik hoop op een Goudvink, met zijn oogstrelende karmozijnrode borst en melancholieke zang. Of misschien hoor ik het energieke, ratelende liedje van een Fluiter in het jonge groen. De Koekoek, ja! En wie weet zie ik een Wielewaal, exotisch geel met zwart, en hoor ik zijn onnavolgbaar mooie jodel.
Niet alleen de flora en fauna maken Diever zo aantrekkelijk, in de bossen rond het dorp huist ook de geest van Shakespeare. Elke jaar wordt in het Openluchttheater van Diever een stuk van de grote Engelse toneelschrijver opgevoerd. Een traditie die teruggaat tot 1946. In de invallende duisternis van een zomeravond klinken de verzen van Shakespeare, soms met licht Drentse tongval, door het bos dat steeds betoverender wordt. De sterren staan aan de hemel, de wind ruist door het gebladerte, een uil roept en het kluchtige drama voltrekt zich in de lichtcirkel van het toneel.
Achtendertig jaar geleden, bij ‘De Vrolijke Vrouwtjes van Windsor’, is het ‘aan’-geraakt tussen mijn geliefde en mij. Terwijl de dikke schuinsmarcheerder Falstaff onder grote hilariteit van het publiek in een wasmand werd gepropt en van het toneel werd afgezeuld, sloeg de vonk over. Sindsdien is Diever voor mij in elk seizoen de lieflijke en de schone. Mooi omdat de liefde er begon. Of is het andersom; bloeide de liefde er op omdat het mooi is? Een Shakespeareaans vraagstuk.
Dit vraagstuk – komt liefde uit schoonheid voort of andersom – wordt in een andere komedie van Shakespeare in de vorm van een lied gegoten. In ‘The Two Gentlemen of Verona’ wil de jongeman Proteus het hart van Silvia winnen met een aubade. Het lied gaat ongeveer als volgt:
Wie is Silvia? Wat is ze?
Is ze net zo lieflijk als ze mooi is?
In haar oog vindt Amor rust en hij geneest er van zijn blindheid.
Daarom overtreft Silvia allen, laten we haar toezingen en kransen brengen.
De romantische componist Schubert heeft dit lied onsterfelijk gemaakt door er een prachtige melodie aan te geven. ‘An Sylvia’ is een liefdesverklaring aan de schoonheid. Naar verluidt zou Schubert in 1826 in een Biergarten in Wenen toevallig een exemplaar van ‘The Two Gentlemen of Verona’ hebben aangetroffen. Al lezend riep hij uit: ‘Oh, ik hoor zo’n prachtige melodie, maar ik heb geen papier om hem op te schrijven.’ Zijn vriend trok toen ijlings lijnen achterop een menu en daar noteerde Schubert zijn beroemde lied.
Het lied begint met de woorden ‘Was ist Sylvia?’ Maar bij wijze van rebus zou je in het hele lied het woord ‘Sylvia’ door ‘Diever’ kunnen vervangen. Je krijgt dan een loflied in drie coupletten op een simpel Drents dorp: Diever, lieflijk en mooi.
6 Comments
Heerlijke column weer Hans.
Fijne vakantie met veel -vogel-muziek!
Groetjes, Vera
Dank, Vera.
Inderdaad prachtige column … heel fijne vakantie toegewenst … en wanneer wordt er weer gewandeld in Clingendael? Vriendelijke groet, Mieke Deelder
Dankjewel, Mieke.
Er staat nog geen wandeling gepland, maar hou de Agenda in de gaten.
Ik word erg blij van deze taal. Dank hiervoor! Ik bewonder jouw interesse in de letteren en in de toonkunst.
Dankjewel, Jackie.