
Grasduinend door allerlei websites met informatie die nuttig kan zijn voor mijn lezing over perspectief, stuitte ik op de website Behance van de jonge Hongaarse kunstenaar bENCE hAJDU. Hij studeert media art aan de Magyar Képzömüvészeti Egyetem, de Hongaarse Academie voor Schone Kunsten.
Op zijn website is te zien hoe veelzijdig de kunstenaar is. Naast grappige toegepaste- kunstvoorwerpen, zoals een wollen handschoen met aan de binnenzijde het woord SZIA!, Hongaars voor Hallo!, maakt hij ook mooi fotografisch en digitaal werk.
Bijzonder is de serie ‘Abandoned paintings’. Hierin heeft hij acht klassiekers uit de schilderkunst zodanig digitaal bewerkt dat alle menselijke figuren uit het beeld verdwenen zijn en alleen de lege ruimte overblijft. Aan deze lege ruimtes is goed te zien hoe in verschillende periodes van de kunstgeschiedenis de ruimte werd ervaren.

Fra Angelico schildert in 1450 een soort besloten toneel, waarop de scène van de ‘Annunciatie’ kan plaatsvinden. Er is hier geen horizon, maar latere renaissance-kunstenaars laten wel de lichte horizon zien, die wenkend achter ‘Het Laatste Avondmaal’ (Leonardo da Vinci) of, alweer, de ‘Annunciatie’ (Botticelli) ligt.


Gouden strijklicht valt over de statige gebouwen, de opgetuigde schepen en het kalm kabbelende water in de barok-classicistische haven van Lorrains ‘Inscheping van de Heilige Ursula’ uit 1641. Elk moment kunnen mensen deze prachtig uitgelichte locatie met brede trappartijen betreden. Het is een decor voor een voorname, barokke theaterscène; de gouden wazige verten vormen een verrukkelijk achterdoek.

De neoclassicistische donkere en koele zuilengang van Jacques-Louis Davids ‘Eed van de Horatii’ (1785) heeft iets onheilspellends. Alleen de nobele geesten van de perfect geproportioneerde en uitgelichte figuren uit dit schilderij kunnen de dreiging keren die van deze achtergrond uitgaat.

Helaas heeft bENCE niet dat andere iconische schilderij over de Klassieke Oudheid van David gekozen: ‘De dood van Socrates’ uit 1787. Dit schilderij laat ik zien in mijn lezing, als voorbeeld van het ruimtegebruik in het neoclassicisme. We zien een loepzuiver uitgelichte, ondiepe ruimte waarin figuren met lichamen als Griekse goden in wanhoop de aanstaande dood van Socrates bijwonen.

De grote filosoof, die zelf ook een goddelijk lijf heeft, lijkt het minst aangedaan. Bevrijd van de ketenen zit hij met opgeheven vinger voor een wand die is opgebouwd uit gelig-grijze rotsblokken. De voegen vormen een patroon van horizontalen en verticalen. Een plat vlak met horizontale en verticale lijnen? Waar doet mij dat aan denken?
De schilders van de Verlichting zochten naar een zuivere weergave van de geestelijke kwaliteiten van de mens. Deugden als moed, opofferingsgezindheid, vaderlandsliefde werden geplaatst in een omgeving met heldere, geometrische vormen. Ook Mondriaan zocht naar zuiverheid. Hij wilde zich vrij maken van ‘het tragische element van de natuur’ door alleen rechte lijnen, rechte hoeken en zuivere of primaire kleuren te gebruiken.
In 1914 maakte Mondriaan het schilderij ‘Compositie in ovaal met kleurvlakken 2’. Dit werk is geïnspireerd op een muur van een gesloopt pand. Op die muur tekende zich een patroon af van horizontalen, verticalen en een enkele schuine lijn. Met deze abstracte beeldtaal wilde Mondriaan het nieuwe, spirituele leven uitdrukken, want ‘Het leven van de huidige, gecultiveerde mens keert zich langzamerhand van het natuurlijke af; het wordt meer en meer een abstract leven’, schreef hij in zijn eerste bijdrage aan het tijdschrift De Stijl.

Omdat bENCE hAJDU ‘De dood van Socrates’ niet heeft leeggehaald, heb ik zelf maar een uitsnede van Davids schilderij gemaakt. In dat platte vlak met grijze vierkanten en rechte hoeken zou je een vingerwijzing kunnen zien naar Mondriaans spirituele, abstracte werkelijkheid.
No comment yet, add your voice below!