Wie dezer dagen naar museum Beelden aan Zee gaat, waant zich aan het strand. In de grote, zandkleurige ruimte liggen her en der objecten die lijken te zijn aangespoeld. Er staan hoge torens van gestapelde pallets en in het zandtapijt op de vloer zijn dierkoppen te zien. De expositie Tom Claassen geeft je een juttersgevoel; je zwerft rond tussen wonderlijke figuren die door de zee op het strand zijn geworpen.
Het begint al met de manshoge blauwe pontons die de toegang tot ‘het strand’ blokkeren. Als je er tussendoor loopt ervaar je het gevoel van beschutting zoals je dat ook in de duinen kunt hebben; voor je ligt de open vlakte van het strand, met allerlei spannende voorwerpen. De pontons lijken willekeurig te zijn neergesmeten, maar als je de trapjes beklimt naar het uitzichtpunt, zie je dat het een menselijke figuur is die uitgestrekt op de grond ligt. De blauwe blokken vormen het lichaam en de gele boei is het hoofd. Deze reus is Gulliver, aangespoeld op het strand van de wonderlijke wezens.

Gulliver heeft het nieuwsgierige konijn Jo aan zijn zijde. Een wijsneuzig en tikje eenzelvig konijn, dat, staand op zijn achterpoten, op verschillende plaatsen op de expositie opduikt en zo zijn eigen gedachten heeft over wat er allemaal te zien is. Tussen het hoofd en de schouder van Gulliver scharrelt een Kleine Muis, die elders op de expositie in een grotere gedaante is te zien, samen met een Big. De dieren zijn van brons, maar hun lichaam is opgebouwd uit boomstammetjes.

De stapels pallets blijken Palletmannen te zijn; reuzen zoals Gulliver die hoog boven de dieren uitsteken. Een van de Palletmannen is tegen een muur gaan zitten, een been opgetrokken en het andere been ontspannen voor zich uit. De dieren laten zich niet van de wijs brengen door de aanwezigheid van de reuzen om hen heen. Een glanzend witte Pony staat met gebogen kop rustig ‘ponywise’ te peinzen naast Gulliver, net als de Ezel even verderop. Dit laatste dier, hoewel van gietijzer, ziet er met zijn gewelfde vormen en vele blutsen en deuken doorleefd uit.

Een dier dat zich qua statuur met de reuzen kan meten is de enorme waterbuffel. Staand op zijn achterpoten torent deze reusachtige Buffel boven de bezoeker uit, terwijl een tweede Buffel zich op de vloer heeft neergevlijd. Het zwarte polyester van de dieren hangt in plooien om hun lichaam, waardoor ze, ondanks hun formaat, toch heel benaderbaar zijn, als goedmoedige, slordige ooms op een verjaardagspartijtje.
Je wandelt in de zaal van de ene verrassing naar de andere. Een zandtapijt op de vloer blijkt een collage te zijn van leeuwenhuiden; koppen, poten en staarten steken uit in het midden en aan de rand van dit Zandleeuwentapijt. Tom Claassens bekende zittende konijnen (Zonder titel) van glanzend polyester met ‘broeken’ in verschillende kleuren zitten op een rijtje. Hun bolle vormen, de heldere kleuren en de rugnummers roepen associaties op met ballen op een pooltable.

Op een sokkel staat een zwarte, glimmende Mol met een fantastische schroefstaart. Hetzelfde beest vind je als model in de gipsotheek, waar je nog mooier de gedraaide lijnen in zijn lijf kunt zien. En in een afgelegen hoekje van de museumzaal treffen we konijn Jo weer aan, die eigenwijs naar buiten staat te staren, waar twee morsige mussen (Toon en Toon) op hoopjes grind in de patio zitten.

Stap het museum binnen en je kunt gaan strandjutten naar de prachtige dieren van Tom Claassen.
Afbeelding boven dit blog: Big, 2003, brons