In museum Voorlinden is dit najaar de expositie Bilderstreit van Anselm Kiefer te zien. Ik kende deze kunstenaar vooral van zijn grote, monumentale doeken van desolate landschappen, die gevuld zijn met herinneringen en restanten van de (Duitse) cultuur. Met zijn werk zou hij een kunstzinnige versie geven van de Vergangenheitsbewältigung; het verwerken van, en in het reine komen met, het (nationaalsocialistische) verleden. Op de expositie ervoer ik dat zijn werk veel breder is dan dat.

De landschappen op zijn schilderijen en houtsnedes hebben een aangrijpende droefgeestigheid. Het is de sfeer van de late herfst; de oogsttijd is achter de rug, wat rest zijn geknakte halmen en verdorrende planten in wegstervend licht. Het is tijd om je te bezinnen op de oogst. Wat hebben we binnen gehaald? En hoe ligt het land erbij?

Die sfeer spreekt heel sterk uit de installatie Der Morgenthau Plan, een onuitvoerbaar plan uit 1944 om van Duitsland één grote akker te maken. Kiefer creëerde een landschap van losstaande halmen die kriskras in de lucht steken. Sommige zijn geknakt, of liggen plat. Bij nadere beschouwing blijken de halmen kunstmatig te zijn. Kiefer maakte de halmen van gips en metaal en werkte sommige halmen af met bladgoud. Deze desolate akker roept bij mij het gevoel op van een wandeling in de vroeg-invallende schemering langs een veld waar de restanten van de oogst staan. Een sfeer van melancholische introspectie.
Ook de enorme houtsnede Hortus Conclusus heeft die sfeer van droefgeestigheid. Uit een liggende menselijke figuur (Kiefer zelf?) rijzen grote, overrijpe zonnebloemen op die zich zwart aftekenen tegen een mistige, grijze omgeving. De bloemen zijn zwaar van het zaad en hangen naar de grond gericht.
Op andere schilderijen – met een enorm formaat – is het moment van het oogsten zelf weergegeven. In dikke, veelkleurige impasto-lagen geeft Kiefer de woest-wuivende halmen weer, maar het beeld wordt overheerst door de zeis, die levensecht aan het schilderij is toegevoegd. Het is de onverbiddelijkheid van de Sichelschnitt (De houw van de sikkel) waar het om gaat, niet de rijkdom van de oogst.

Het herfstige element van melancholie en bezinning is ook te vinden in de grote doeken die Kiefer met lagen lood heeft bedekt. Hier en daar is de loden ‘bast’ opgekruld, als een afbladderende boomstam. In het overweldigende schilderij La voûte étoilée (Het besterde gewelf) zijn in de bast allerlei cijfercombinaties aangebracht. Maar waar de bast is opgerold zien we in de onderliggende, zwarte laag subtiele gouden sterretjes oplichten.

Kiefer is een groot bewonderaar van Paul Celan, de Roemeens-Joodse dichter die aangrijpende poëzie over de Holocaust schreef. In veel schilderijen van Kiefer komen dichtregels van Celan voor. In het schilderij für Paul Celan – Gespräch mit Baumrinden staat in de afbladderende, loden ‘boombast’ een prachtige dichtregel gegraveerd:
Schäl dich komm schäl mich aus meinem Wort
(Pel jezelf kom pel mij uit mijn woord)
De expositie Bilderstreit is een uitstekende expositie om in dit jaargetijde te bezoeken. De sfeer van melancholie en (rücksichtslose) introspectie past perfect bij de herfst. En bij Duitsland. Het is Deutschland im Herbst.