In mijn lezing Henry Moore – Verbinding laat ik een paar voorbeelden zien van de bijzondere samenwerking tussen Henry Moore en de architect I. M. Pei. Deze Chinees-Amerikaanse architect heeft overal ter wereld spraakmakende gebouwen ontworpen. Een van de bekendste bouwwerken van Pei is de glazen piramide die sinds 1989 de toegang vormt tot Het Louvre in Parijs.
De gebouwen van Pei zijn vaak een geraffineerd samenspel van rechthoekige en driehoekige vormen en paralellogrammen. Als contrast met die geometrische vormen is bij een aantal gebouwen een organische sculptuur van Henry Moore geplaatst. En juist door het contrast versterken architectuur en sculptuur elkaar.

In 1977 is de eerste samenwerking tussen de beide kunstenaars. Pei benadert Moore om een sculptuur te maken voor de nieuwe vleugel van de National Gallery in Washington, die hij had ontworpen. Het wordt de vijf-meter hoge, bronzen sculptuur, Mirror Knife-Edge. Dit beeld, dat uit twee grote, golvende en omhullende vormen bestaat, is geïnspireerd op botfragmenten.
De bezoeker wordt uitgenodigd om door de sculptuur heen te lopen voordat hij of zij het museum binnen gaat. Je zou kunnen zeggen dat de bezoeker door deze gewaarwording – het wandelen in een grote, organische sculptuur – wordt klaargestoomd om de kunst in het museum fysiek te ervaren. Er is geen mooiere plek voor de Mirror Knife-Edge dan aan de ingang van een museum.

Een jaar later werken Moore en Pei opnieuw samen. Bij de imposante, overhellende gevel van Peis City Hall in Dallas, plaatst Moore zijn sculptuur Three Piece Vertebrae. Ook hier is er een bijzondere verbinding tussen de organische (bot-)vormen van Moore’s ‘Ruggenwervels’ en de geometrische gevel van het stadhuis van Pei. En opnieuw kan de bezoeker, vóór hij de City Hall betreedt, even verkeren in de vloeiende en omhullende vormen van het kunstwerk.
De eerste keer dat het werk van deze twee kunstenaars samenkomt is in 1971. Pei had toen de Public Library in Columbus gebouwd en liet voor de bakstenen gevel een grote bronzen versie van Henry Moore’s Arch plaatsen. Het origineel van deze sculptuur, een gipsen Maquette for Large Torso: Arch, dateert uit 1962. Dit model van twaalf centimeter hoog was geïnspireerd op botfragmenten. Opmerkelijk is de titel; deze open, boogvormige sculptuur is voor Moore ook een torso.

De maquette ‘groeide’ en in 1971 werden er enkele bronzen gietsels gemaakt van zes meter hoog. Eén Arch uit die reeks kreeg een plek bij de bibliotheek van Pei in Columbus. De bronzen poort opent als het ware de weg naar de bibliotheek.

In Londen verrees in 1980 aan een van de vijvers in Kensington Gardens eveneens een Arch, maar dan een travertijnen versie. In de prachtige, marmeren poort zijn de botstructuren herkenbaar, maar in deze omgeving heeft het kunstwerk ook iets van het door Henry Moore zo bewonderde Stonehenge. De poort vormt nu niet een doorgang tot een gebouw, maar ontsluit de ruimte eromheen. De lucht, het water, de bomen worden het ‘bouwwerk’ waar deze poort zich mee verbindt.
In 1984 werkten Pei en Moore nog één keer samen. In Singapore, aan de voet van een wolkenkrabber die Pei had ontworpen, werd een uitvergrote Reclining Figure van Henry Moore geplaatst in hoog-gepolijst brons. Een tweede gietsel van dit beeld van negen meter breed ‘heeft zich neergevlijd’ op het glooiende land bij Moores atelier in Perry Green. De grote, open bogen waaruit deze Large Reclining Figure is opgebouwd, zijn de poorten waardoorheen je de lucht, de velden en de natuur kunt waarnemen. Dat Henry Moore stierf kort voordat dit beeld op zijn land werd geplaatst, geeft het misschien nog wel meer de betekenis van een poort.

Op 26 en 27 augustus geef ik mijn lezing Henry Moore – Verbinding op de mooie locatie De Beeldhouwwerkplaats in Den Haag. Informatie en reserveren: zie Agenda.