Leve de wolk!

Met de uitroep ‘Es lebe die Wolke’ rondde ik afgelopen zondag mijn lezing Arps Fluïdum af. Deze uitroep komt uit Die große Firgelei, Arps gedicht uit 1963 dat hij gedeeltelijk in de fantasietaal die Firgelsprache schreef. Het gedicht opent met de vraag aan het publiek of Firgel hen heeft verzekerd dat de dichter een wolk zal worden. Maar waarom ben ik dan nog geen wolk, vraagt de dichter zich af.

In het gedicht wordt de mooie Firgeltaal beschreven:

die schöne Firgelsprache
ist das verweilen das träumen
das sinnen und überspinnen
sind himmlische traumblumenlieder
also unsichtbare wolken

de mooie firgeltaal
is het er-zijn het dromen
het peinzen en mijmeren
zijn hemelse droombloemenliederen
onzichtbare wolken dus

Aha! De dichter is misschien al een wolk, maar het is een onzichtbare wolk, dus we kunnen het niet zien. Dadaïstische logica. Het gedicht Die große Firgelei eindigt met de volgende regels:

es lebe die wolke
und ganz besonderes
die wolke der engel
der göttlichen blume

leve de wolk
en speciaal
de engelenwolk
van de goddelijke bloem

Wolken komen heel vaak voorbij in Arps poëzie, bijna net zo vaak als dromen. De wolk staat voor vrijheid, inspiratie, openstaan voor kunst, voor het spirituele. Ook in het gedicht Schuilplaats van dromen uit 1961 passeert een wolk:

Een waterval
valt van zijn ladder
scheurt zijn bretels
en besluit van baan te veranderen
hij pelt zich af
en wordt wolk

Opnieuw een Dadaïstisch beeld; de waterval die een vaste baan heeft (de ladder) krijgt een ongeluk waarna hij een ferm besluit neemt. Hij trekt zijn oude kloffie uit – zijn bretels waren toch al stuk – en wordt wólk! Hij wordt vrij.

In het lange gedicht Gislebertus d’Autun, Arps hommage uit 1962 aan de middeleeuwse beeldhouwer Gislebertus die de beelden voor de kathedraal van Autun maakte, zien we droomwolken die afdalen uit en opstijgen naar het oneindige. Dit moeten wel engelenwolken zijn die de middeleeuwse beeldhouwer hebben geïnspireerd tot zijn prachtige beeldengroepen.

Wolkenschijven, Hans Arp, 1963, beschilderd hout

Ook in de sculpturen en de reliëfs van Arp zitten vaak wolkachtige vormen. Met het reliëf Wolkenschijven uit 1963 trakteert Hans Arp ons zelfs op plakjes wolk. Plakjes vrijheid, lekker voor op de dagelijkse boterham. Of gewoon tussendoor.

Met de lezing Arps Fluïdum net achter de rug en de zomer voor de boeg is de wolk een heerlijk thema. Languit in het gras naar de wolken kijken, of in je ligstoel op het strand. Staren naar de langzaam voorbijglijdende ‘wezens’ die veranderen van vorm, kleur, dichtheid. Kijk naar de vliegende krokodil, of de man met de grote neus. Of gewoon naar een prachtig volle witte wolk, die statig voorbijzeilt. En naar de windveren niet te vergeten, die lichte vegen in het blauw.

Wolken maken je vrij. Leve de wolk! Ik wens u een fijne zomer toe.

Der große Derdiedas

Toen ik in 2017 mijn eerste lezing over Hans Arp voorbereidde, ging ik op zoek naar zijn gedichten in het Duits. De Dadaïstische rijkdom van Arps poëzie, zoals bijvoorbeeld het gedicht uit 1920 dat begint met de fantastische regel Ich bin der große Derdiedas, komt het beste tot zijn recht in de originele taal. Op internet vond ik een antiquarische boekhandel, gespecialiseerd in Duitse kunstboeken, waar de Gesammelte Gedichte van Hans Arp te koop waren.

De boekhandel heet Die Schmiede, gelegen aan de kop van de Brouwersgracht in Amsterdam. Ik maakte een afspraak en ging naar Amsterdam om de boeken persoonlijk op te halen. Het winkeltje bevindt zich op de begane grond van een oud grachtenpand en ligt iets beneden straatniveau. De etalage is een venster met kleine ruitjes waarachter de pareltjes uit de collectie bescheiden zijn uitgestald.

Je betreedt hier een wereld waar de drukte van de stad gedempt wordt door de prachtige collectie antiquarische Duitse kunstboeken. Het vriendelijke echtpaar dat de winkel runt versterkt het gevoel dat je hier te gast bent bij liefhebbers van het Duitse culturele erfgoed die hun liefde graag met je delen.

De ‘Gesammelte Gedichte’ van Hans Arp in drie delen

Geïnspireerd door de bijzondere sfeer van liefde voor de kunst ging ik weer naar huis met de drie bundels Gesammelte Gedichte onder mijn arm. Ik vond in deze bundels de heerlijke gedichten die ik in mijn lezing voordraag, zoals Der große Derdiedas, Das Eierbrett, Weh unser guter Kaspar ist tot en Die große Firgelei, een titel die ik abusievelijk eerst las als Dás große Firgel-ei. Maar hoewel het bij Arp vaak over eieren gaat, gaat het in dit gedicht over het spel met de fantasietaal Firgel.

Originele uitgave van ‘Der Pyramidenrock’, Hans Arp, 1924

Toen het moment van de première van mijn eerste Arp-lezing naderde ging ik nog een keer bij Die Schmiede langs om er wat flyers achter te laten. Ik vertelde het echtpaar hoe dankbaar ik van de Gesammelte Gedichte gebruik had gemaakt en toen gebeurde er iets heel bijzonders.

De eigenaar gaf me een teken en trok de onderste la van een oude kast open. Hij nam er wat stapeltjes boeken uit en pakte toen een in vloeipapier verpakt boek. Hij opende het papier en het bleek de eerste druk van Hans Arps gedichtenbundel Der Pyramidenrock te zijn uit 1924, met het gedicht Ich bin der große Derdiedas in de originele opmaak. Ik was verbluft en ontroerd dat ik dit boek in mijn handen mocht houden.

Op het schutblad van deze eerste druk staat een portret van Hans Arp door Amadeo Modigliani en de cover heeft de Dadaïstische opmaak die zo goed de sfeer van die tijd aangeeft. Nadat ik het boek heel voorzichtig bekeken had, ging het weer terug in het vloeipapier in de onderste la. Het werd gekoesterd als een bijzonder bezit, niet als een product dat te gelde gemaakt moest worden.

‘Der Pyramidenrock’, links: schutblad met portret van Arp door Modigliani en rechts: gedicht ‘Ich bin der große Derdiedas’

Wat een prachtige gebeurtenis was dat, daar in dat verzonken winkeltje Die Schmiede! Een gebeurtenis helemaal in de geest van Hans Arp, die met zijn geestige en spirituele poëzie streed tegen de Überzermalmer, de mensen die met hun materialisme alles vermorzelen. Tegenover die vermorzelaars stelt Arp zijn große Firgelei, die eindigt met de uitroep waarmee ik ook mijn lezing op 26 juni afsluit: Es lebe die Wolke. Lang leve de wolk!

Op 26 juni geef ik mijn lezing Arps Fluïdum over de beeldende poëzie en poëtische beelden van Hans Arp in Pulchri Studio, Den Haag. Zie: Agenda.

Droomverstand

Over krap drie weken geef ik, ter afsluiting van de expositie OER, reflecties van Yke Prins, mijn lezing Arps Fluïdum. Een lezing met gedichten en beelden van Hans Arp, de Frans/Duitse beeldhouwer en dichter die leefde van 1886 tot 1966. Zijn werk, en vooral zijn manier van werken, vertonen een sterke zielsverwantschap met het werk(en) van Yke Prins.

The source, Yke Prins, inkt, 2017

In het mooie boek OER Reflecties, dat bij de expositie verscheen, spreekt Yke Prins in vijf open gesprekken met collega kunstenaars over haar werk en haar drijfveren. Opvallend is dat het er vaak over gaat hoe ze werkt zonder te denken. ‘Iets doemt op in samenspel met mijn handen’, zegt Prins.

Ze omschrijft haar grafische werk, dat ontstaat uit vallende druppels, als ‘…een heel fluïde proces waarbij handelingen elkaar opvolgen zonder denken. En dan gebeurt er van alles. Je bedenkt het niet van tevoren. Als het voltooid is ziet het er vaak uit alsof het zo heeft moeten zijn, alsof je altijd hebt geweten dat het zo zou zijn.’

Dat doet heel sterk denken aan Arps uitspraak: ‘Kunst is een vrucht die in mensen groeit.’ Het kunstwerk ontwikkelt zich onder de handen van de kunstenaar volgens een eigen logica. Dat is geen cerebrale, causale logica, maar het is de logica van de droom. ‘Alle kunstenaars zijn dromers’, aldus Arp, ‘Een kunstenaar beeldhouwt niet, een kunstenaar droomt.’

In Arps eigen sculpturen vloeien de vormen ‘vanzelf’ in elkaar over. Het is niet bedacht, maar de vormen ontstaan uit elkaar met een eigen (droom)logica. Er is vaak geen voor of achter in zijn sculpturen en soms zelfs geen onder of boven. Als in een droom bewegen de vormen vrij in de tijd en de ruimte.

Concrétion humaine sur coupe, Jean Arp, brons, 1935

Ook de poëzie van Arp heeft de logica van een droom. De beelden die hij oproept in zijn gedichten zijn ongerijmd als je ze probeert te vatten met je waakverstand, maar ze zijn prima te volgen als je je mee laat voeren met je ‘droomverstand’. Alles vloeit volstrekt logisch in elkaar over, zoals in een droom de ‘ongerijmde’ beelden soepel in elkaar overvloeien. Daarom roep ik aan het begin van mijn lezing Arps Fluïdum het publiek op om het waakverstand op de waakvlam te zetten en het droomverstand wijd open te draaien.

In Jours effeuillés, het gebundelde Franse werk van Jean Arp, staat een prachtige oproep om te dromen:

Het is pas goed als muziek, poëzie en kunstwerk één geheel vormen, zoals bij een weefsel de schering, de inslag en de draad. En wat altijd de voorrang heeft is de droom, het sprookje.

Laten we daarom dromen voorbij het lachen en huilen, de top en de afgrond, de atheïstenkliek, de grenzen, de gordijnen, de bezetenen van geld of macht. Laten we daarom dromen tot aan het transcendente licht.

Uit: L’ Arbre à Kakis, 1957

Zet uw droomverstand wijd open en kom naar de lezing Arps Fluïdum op 26 juni in Pulchri Studio. Na afloop kunt u de expositie OER, reflecties bezoeken onder leiding van Yke Prins. Informatie en reserveren: zie Agenda.

Afbeelding boven dit artikel: Silent Music, Yke Prins, corten staal, 2019. Foto: Wisse van de Guchte